Ja hoor, de homofobe Charly Luske in de mail. Of wij even aandacht willen schenken aan die schandálige tweet van Marc van der Linden. Met daarna een stukje mail-proza waar de honden geen brood van lusten. Maar goed, vrijheid van meningsuiting en zo. Sorry Marc, maar Charly stond erop:
Marc trok hem naar zich toe. “Ik wil je hier en nu, monteurtje…” zei hij zacht. Met grote ogen en opengevallen mond staarde de monteur van UPC hem aan, maar Marc had zijn linkerhand al snaaks op diens achterwerk gelegd. “Vind je het erg als ik niet te verzadigen ben?”
Het monteurtje slaakte een kreet toen Marc hem met in één machtige zwaai voorover op het hoogpolig tapijt van zijn woonkamer smakte. “Nee, meneer Van der Linden, alstublieft!” Maar het was al te laat. Marc lag met zijn volle gewicht op hem. Woest snuivend trok hij de broek en slip van het monteurtje omlaag. Twee harde, ronde billen schoten tevoorschijn. Marc kneedde ze als brooddeeg. Het verbaasde hem hoe volmaakt ze in zijn handen pasten.
Het monteurtje trappelde en trappelde, terwijl Marc met vochtige tong iedere centimeter van zijn zijdezachte onderrug verkende. Wat een heerlijk wild ventje was dit! Sidderend van genot knoopte Marc zijn broek los en onthulde het harde bewijs van zijn begeerte. Vlees op vlees, dat was wat hij wilde. Met zijn knieën duwde Marc de benen van de monteur uit elkaar. Ja, hij wist het zeker, hun wederzijdse passie zou versmelten en tot liefde herschapen worden.
“Nu beginnen we,” hijgde Marc, terwijl hij het hoofd van de monteur nog wat steviger in het tapijt drukte. Het volgende moment drong hij diep bij hem naar binnen. Marc vulde hem. En hoe dieper hij de wanden van de strakke tunnel van het monteurtje roerde, des te dichter zij samen richting extase dreven. Het monteurtje opende de mond, maar er kwam geen geluid over zijn lippen. Dit was een smeekbede om meer. Marc joeg het tempo van zijn heupen met zo’n soepele gedrevenheid op, dat hij zeker wist dat het monteurtje hun eenwording tot in het uiteinde van elke zenuw zou voelen.
Grommend gooide Marc het hoofd in de nek. Hij wist niet meer waar hij eindigde en het monteurtje begon. Samen dreven ze in een zee van hartstocht. Stuurloos, met als enig anker zijn lichaam dat tegen dat van het monteurtje beukte, op het ritme van de branding. Zweet parelde op Marcs voorhoofd. Elke vierkante centimeter van zijn imposante lichaam schreeuwde nu om ontlading. Marc voerde het vernietigende pompen van zijn heupen nóg verder op.
Bij zijn volgende stoot wist Marc dat hij het monteurtje meenam naar een magische plek waar hij nog nooit was geweest. Het monteurtje kromde krachtig de rug, terwijl Marc in hem implodeerde, schenkend en schenkend tot hij niets meer te schenken had. Er was geen morgen meer. Geen vandaag. Geen toekomst. Geen verleden. Alleen dit ogenblik.
“Zweet parende op Marcs voorhoofd.”. Zweet parende? Mooi … !
Is aangepast. Dank Eva!