Ik droomde dat ik in de Albert Heijn was. De sperziebonen waren er voor de helft van de prijs. Maar de Albert Heijn leek niet op een supermarkt. Het was een enorme, verlaten loods met in het midden een berg sperziebonen zo hoog als de Toren van Babel.
In een hoekje van de loods zat Kees van der Staaij op een krukje. Hij sneed sperziebonen doormidden. Voor hem stonden twee emmers. Op de ene emmer stond First Love en op de andere stond Second Love. Kees was heel geconcentreerd bezig.
Pas na heel lang wachten, keek hij op. “Heeft u een bonsukaart?” vroeg Kees. Hij zag er oneindig triest uit.
Toen schrok ik wakker.
Geen idee waarom ik dit droomde.