Ik droomde dat ik bij Mark Rutte in ’t Torentje was.
De zon scheen en het raam stond open. Mark zat in de raamopening. Hij was met een kleine verstekzaag bezig zijn linkerhand af te zagen.
Mark zaagde en zaagde. Even later viel zijn hand omlaag.
Ik keek uit het raam.
In de hofvijver stond een dronken man. Hij had de hand van Rutte opgevangen.
Daarmee sloeg hij een jongetje dat naast hem stond ongenadig hard om de oren.
Snel sloot Rutte het raam.
Hij toonde me zijn stompje. “Kijk,” zei hij, “geen bloed.”
Toen schrok ik wakker.
Geen idee waarom ik dit droomde.