Enige culturele achtergrond is mij vreemd. Ik kom uit een zielloos dorp dat graag een stad wil zijn, maar daarin faalt. Iedere dag opnieuw. Daarom ben ik jaloers op mensen die wel een eigen cultuurtje hebben, zoals Rotterdammers. Een Rotterdammer is altijd trots op z’n stad, hoe beroerd die stad er ook aan toe is en hoe slecht z’n voetbalcluppie het ook doet. Die onvoorwaardelijkheid, dat vind ik mooi.
‘Was ik maar een Rotterdammer’ denk ik dan.
Rotterdammers hebben niet alleen een mooi taaltje en die bewonderenswaardige arbeidersmentaliteit, ze beschikken ook over een sterk gevoel voor humor en muziek. Bij tijd en wijle komen er zelfs literaire hoogstandjes uit de havenstad.
Jules Deelder, rasartiest en nachtburgemeester van Rotterdam, is misschien wel de vleesgeworden creativiteit van de stad. Als entertainer, schrijver, dichter en muzikant verdient hij toch maar mooi zijn centjes, terwijl iedereen ‘m voor gek verslijt. Wat een vent. Net als Mike Boddé, het ultiem geestige brein achter succesduo Mike & Thomas, die met zijn absurdistische, Rotterdamse humor Nederland de slappe lach bezorgt. Onaangepast, lomp, eigenzinnig. Zoals het hoort, Rotterdammers hebben eigenzinnige meningen. Zie ook: Hugo Borst.
Kent u Drs. P. nog? Is ondertussen al 94 jaar en stopt voorlopig niet met ademen. Deze briljante geest schreef ‘De gezusters Karamazov’, is econoom, letterkundige en cabaretier. Of Joke Bruijs, actrice, lieftallige liedjeszinger en ex van oer-Rotterdammer Gerard Cox.
Rotterdam heeft alles wat een mens nodig heeft: humor, vermaak, gezelligheid en drie geflopte voetbalclubs. Als jullie me zoeken, ik ben bootjes kijken onder de Erasmusbrug.
Dat ‘(slot)’ verwacht je eigenlijk al na de eerste aflevering.