Een gore, natte dag. Regen slaat tegen de ramen, wind raast om het huis en m’n fiets is omgewaaid omdat ik vannacht geen puf meer had ‘m in de schuur te zetten. Het konijn kijkt angstig voor zich uit maar zo kijkt dat dier eigenlijk altijd. Misschien komt dat omdat ik in een dronken bui een keer m’n broek liet zakken voor zijn hok en sindsdien zit Marble (zo heet ‘ie) angstig in een hoekje. Vol ontzag voor het gevaarte dat hij die dag aanschouwde.
De grijze lucht toont nergens een kleine opklaring, de laatste herinnering aan zonneschijn lijkt al weer mijlenver verwijderd uit mijn geheugen. Zittend op de bank besef ik opeens dat ik zielsgelukkig ben. Het is tenslotte niet koud, en volgens al die meteo-figuren gaat het hoogstwaarschijnlijk ook niet meer koud worden. We krijgen deze winter geen vorstperioden meer, geen ijs en geen sneeuw.
Een lang gekoesterde wens gaat in vervulling: een winter zonder winter, zonder al die pestzooi, moddertroep en zoutophopingen op je spatborden. Smerige vlekken in je schoenen, verkleumd aankomen op je bestemming, je oren die van je harses afvriezen en een vriendin die wil schaatsen – allemaal niet! Warme chocolademelk met bruine rum wel, dat kan namelijk altijd als het kwik onder de 10 graden duikt.
Op de achtergrond speelt een muziekje, regen striemt nog steeds hard tegen mijn huis. Ik blijf binnen en geniet. Straks maar even chinees bestellen.
Heerlijk stukje! Moest grinniken bij “en een vriendin die wil schaatsen”…