Douchen op de sportschool. Elke man vergelijkt daar zijn eigen penis met die van de buurman. Bescheiden vanuit een underdogpositie. De grote vraag die elke man kwelt: waarom is de penis van die ander altijd groter?
Dames, u kunt uw kerel geruststellen! De penis van die ander lijkt groter. De eigen penis oogt namelijk kleiner doordat hij van bovenaf wordt gezien. Fijn om te weten, toch?
Trouwens, hoezo klein? Terwijl uw kerel blakend van zelfvertrouwen onder de douche staat, kan hij zijn buurman op een ander fijn weetje trakteren dat u hem heeft ingefluisterd: “Zeg, wist jij dat jouw penis veel groter is dan die van een gorillamannetje?”
Mocht buurman niet terstond de douche ontvluchten, dan kan uw man hem de theorie van zoöloog Robin Baker uitleggen. Volgens Baker zit de man genetisch zo in elkaar dat hij wel vreemd móét gaan.
Uw man doet namelijk niets liever dan zich voortplanten, zo vaak mogelijk. De lengte van zijn penis (inderdaad groter dan de miezerige vijf centimeter van een gorilla) is hiervoor een aanwijzing, net als de enorme hoeveelheid zaadcellen die bij een ejaculatie vrijkomt.
Het is een schot hagel van jewelste. Eén enkele zaadlozing bevat een slordige driehonderd miljoen spermatozoïden. Daarmee kan de gehele bevolking van de Verenigde Staten worden verwekt.
Let op dames: na een ejaculatie schieten zaadcellen niet als speedbootjes jullie baarmoeder in. Nee, ze worden bijna allemaal opgevangen in een soort reservoir in de baarmoedermond, waar ze enkele dagen kunnen overleven. Van daaruit begint de barre tocht naar boven, richting eileiders.
En die tocht wordt snel ingezet, want in het reservoir in jullie baarmoedermond is het niet pluis. De penis van een ander, concurrerend mannetje is namelijk heel eenvoudig in staat de daar aanwezige zaadcellen te verwijderen. Hoe? Ze blijven tijdens de daad simpelweg achter de rand van de eikel ‘plakken’. Beeldend uitgedrukt: meneer 2 harkt als een volleerd croupier de zaadcellen van meneer 1 naar buiten, om er vervolgens zijn eigen spermatozoïden voor in het spel te brengen.
Rien ne va plus!
Wint meneer 2 aldus de strijd of moet hij weer bang zijn voor meneer 3 en ga zo maar door? Nee, het is toch meneer 1 die aan het langste eind trekt. De route omhoog richting eileiders bestaat namelijk uit duizenden kanaaltjes die elk maar net breed genoeg zijn om plaats te bieden aan hooguit twee spermacellen. Daar is dus geen plek meer voor het zaad van meneer 2.
Bovendien hoeft meneer 1 niet te treuren om het verlies van miljoenen weggeharkte spermatozoïden. Op een paar duizend exemplaren na, zijn spermacellen die vrijkomen bij een ejaculatie namelijk regelrechte ‘maandagochtendmodellen’. Ze functioneren niet, zijn mismaakt, zwemmen achterstevoren en in rondjes – hoe dan ook: ze zullen de eicel nooit bereiken.
Eigenlijk ruimt meneer 2 dus de troep van meneer 1 op. Dáár is de rand van de eikel dus voor bedoeld.