Over de jaren zijn er bij de redactieleden van HoeMannenDenken veel vrouwen gekomen, en nog meer gegaan. Soms waren ze niet meer dan een fantasie, of een kortstondige vlam, soms was het de liefde van ons leven. Voor al die vrouwen hebben we ooit liefdesbrieven geschreven; nog steeds schrijven we liefdesbrieven, iedere keer dat zo’n bijzonder wezen ons ontroert, verleidt of inpalmt.
Vandaag de eerste van een nieuwe reeks: Liefdesbrieven.
Lieve Sacha,
Vroeger keek ik nog wel eens naar het acht-uurjournaal. Dat moest op een gegeven moment van mijn ouders, vooral mijn vader vond het erg belangrijk. Mij maakte het niet zo veel uit, maar het was zeker geen straf. Misschien ben ik daarom ooit journalistiek gaan studeren, veel, veel later. In die periode is het zaadje geplant voor mijn toekomst, en dat komt deels door jou, Sacha.
Iedereen bij mij thuis vond Philip Freriks altijd erg grappig om naar te kijken, want hij versprak zich nog wel eens. Hij had iets guitigs, iets ondeugends. En Harmen Siezen was binnen het clubje nieuwslezers een beetje de patriarch familias, dacht ik toen, maar ze boeiden me allemaal niet zoveel als jij, Sacha. Ik keek het liefst naar het journaal als jij het voordroeg. Zo zag ik dat, het was geen voorlezen of presenteren maar voordragen. Je stem, zacht maar krachtig, en je uitstraling, rustig en beheerst, ik geloofde jou.
Ik wilde als een klein broertje tegen tegen je aan kruipen op de bank terwijl je mij dan iets kon vertellen, “toe Sacha, vertel nog eens iets over Amerika”, ik was altijd dol op de Verenigde Staten. Omdat je over alle onderwerpen zo duidelijk sprak (ik had nog geen idee van de autocue), was jij voor mij de slimste persoon op aarde. En knap, bovendien. Niet geheel onbelangrijk voor een jongen die toentertijd aan het pré-puberen was.
Tijdens mijn studie journalistiek kreeg ik de kans om ‘De Minuut’ op te nemen voor Met het Oog op Morgen, ik denk dat ik in mijn tweede jaar zat. Met de trein vertrok ik richting Hilversum, richting het Mediapark, waar ik in het NOS-gebouw mijn bijdrage zou leveren. Terwijl ik onder de bomen liep, richting de hoofdingang, kwam ik je tegen. Jij zag mij niet, nee, het was een eenzijdige ontmoeting. Ik kwam jou tegen. Je was druk in gesprek met een collega en je at een patatje, dat je kennelijk elders net had gehaald. Ik bleef op gepaste afstand achter je lopen, onopvallend en bang dat je misschien iets tegen me zou zeggen. Toch was ik op dat moment zielsgelukkig dat ik je in levende lijve tegenkwam. Mijn held! Nu kon ik thuis over jou vertellen.
Ik vind het ontzettend jammer dat je gestopt bent bij het journaal, Sacha. Zelden kijk ik nu nog televisie. Ik wil ook helemaal niet naar andere nieuwslezers kijken, dat zou voelen als vreemdgaan. Gelukkig is er internet.
Sacha de Boer, dankjewel voor al die fantastische voordrachten door de jaren heen en bedankt dat je mij de fascinatie voor nieuws bijbracht.
Liefs,
Bastiaan
….Dit wordt toch geen vast item, he??! …..
Jawel!