Geachte mejuffrouw!
Reeds sedert langen tijd heb ik u gadegeslagen en getracht u meer van nabij te leren kennen. En hoe meer ik daarin slaagde, des te duidelijker ontwaarde ik dat gij goede, voortreffelijke eigenschappen bezit.
Ja, dat gij een edel, achtenswaardig meisje zijt. Hoe zalig was het mij u te mogen aanschouwen! Derhalve waag ik het nu om, vertrouwende op uwe goedheid, u het gevoel van mijn innige hoogachting en toegenegenheid schriftelijk mede te delen. De vrijheid welke ik mij hierbij veroorloof, spruit voort uit den hartelijken wensch u mijnen Vrouw te mogen noemen. Ja, aan zulk een meisje als u wil ik mijne liefde toewijden, teneinde in uw armen mijn rust te vinden!
Enfin, van die romantiek van weleer, is vandaag de dag weinig meer over…
http://youtu.be/CDVQvme5tb0
Vreselijk! ..
Hij heeft nee gezegd, toch? Dat moet!
Lompe trut. Sorry, niet genuanceerd. Jouw gedicht is beter.
Of anders app je je antwoord even door, trut.