Vanachter de bomenrij komt hij aanvliegen: de robuuste helikopter van defensie. Op het grasveldje staat een handvol jonge honden te trappelen van opwinding. Het zijn Douwe Bob, Gers Pardoel en de poprockers van Kensington. Vandaag zijn ze de Ambassadeurs van de Vrijheid en vliegen ze het hele land door, om tijdens een paar optredens op verschillende Bevrijdingsfestivals uit te dragen dat vrijheid het belangrijkste ter wereld ooit is. Alleen: ik geloof ze niet.
Hoe de optredens van deze Ambassadeurs zullen verlopen laat zich raden. Vrolijke en serieuze liedjes, afgewisseld door met ernst gesproken woorden dat vrijheid het grootste goed is. Dat we het hier in Nederland maar goed hebben en dat we daar bij stil moeten staan. Applaus! Dat kan op goedkeuring rekenen van het publiek! Het is me nogal een inkoppertje om dat te roepen voor een ontspannen massa die vooral geniet van sfeer, muziek en een zonnig biertje. Zelf heb ik daar geen enkele moeite mee. Wel met de manier waarop: van die blije zingrakkers die in hun jonge leven geen enkel moment te maken hebben gehad met gevangenschap, censuur of bewegingsbeperking. Die niet de ervaring hebben van een dictatuur of stelselmatige uitsluiting doordat ze een minderheid vormen. Ze prediken tussen hun nummers door dat vrijheid het hoogste goed is en dat we maar wát blij mogen zijn dat we in dit land alles mogen zeggen wat we willen. Dat weet ik, maar wáárom? Het is makkelijk lullen als je niet anders kent. Ik weet pas wanneer iets lekker smaakt als ik ook iets heb gegeten wat zum kotzen is.
Beter hoor ik een vrouw uit Saoudi Arabië vertellen hoe belachelijk kut het is dat ze thuis geen auto mag rijden puur omdat ze een vrouw is. Of een doodsbange homo uit Uganda die daar levenslange gevangenisstraf riskeert als hij zichzelf is. Of iemand uit Noord Korea, bij uitstek het land waar een eigen mening je zonder pardon de kop kan kosten. Letterlijk. Ik moet denken aan die Palestijnse jongen die ik een keer sprak en mij, toen ik vroeg naar wat hem opviel aan Nederland, antwoordde: ‘Dat je hier overal ongestoord kunt rondlopen zonder dat er om de haverklap iemand in een uniform om je identificatie komt vragen.’
Kijk, dat komt tenminste binnen. De boodschap is hetzelfde, maar legt danig meer gewicht in de schaal dan een bleke hipster met een gitaar om zijn nek en een uitgekauwde vrijheidsbabbel. Die mij niet alleen vertelt wat ik al weet, maar die vooral gierend enthousiast is over zijn helikoptervluchtje en aanverwant uitzicht. Kunnen we de Ambassadeurs voor volgend jaar niet alvast in een vochtige kerker aan roestige ketting leggen en pas op 5 mei tevoorschijn halen? Dáár komen pas oprechte speeches van!
Vrijheid? Ben nog steeds geschokt adem aan het happen nadat ik eruit gejorist ben bij GS. Dus voel me al lang niet meer vrij te reageren. Wat van al die mensen die vandaag gewoon werken, moeten werken om hun hoofd boven water te houden? Ik moet denken aan zo’n Duitse zin boven een concentratiekamp. Aangezien jullie publiek toch redelijk kritisch, belezen en algemeen ontwikkeld is, zal ik m niet plaatsen. De ironie.. vrijheid?
1 mei is de dag van de arbeid, Joyce. Apart eigenlijk dat we in Nederland daar geen aparte feestdag van hebben gemaakt. In Frankrijk bijvoorbeeld wordt op de dag van de arbeid door bijna niemand gewerkt.
..en die discussie voeren we hiero:
https://www.hoemannendenken.nl/2014/04/21/fuck-religie-als-maar-vrij-hebben/