Als vrouwelijke emoties balletjes zouden zijn, dan waren mannen koorddansende jongleurs. We bewegen ons tussen afbakeningen waarvan we de perimeters gaandeweg leren kennen. Mannen die eerlijk willen zijn lopen daarmee een aannemelijk risico dat ze een botte lul zijn die geen rekening houden met de gevoelens van een ander. Wie met bedekkende repliek komt op vragen des vrouwens zijn huichelachtige leugenaars die niet to the point komen. Of vrouwen nu zijdelings informeren of je ze dik vindt, of dat ze bevestigd willen hebben of je die vormloze aardappelzak die voor kledingstuk moet doorgaan leuk vindt staan: Het is een dunne lijn die we moeten bewandelen en geloof ons, als we koorddansers waren dan liepen we wel in een strakke broek met glitters rond.
En toch, dames, leren we er van. We worden gewiekster in wat wel en wat niet te zeggen, om jullie in volle overtuiging dat greintje hoop te geven die vrouwen over de streep trekt. Geloven jullie ons niet? Er zijn slechts drie simpele woorden om heel dat feminiene zelfvertrouwen als een kaartenhuis in elkaar te laten storten. Vooralsnog zijn het slechts de onnadenkenden die ze er in een vlaag van verstandsverbijstering uit zullen spreken: “Ga je zó?”
Deze drie woorden en alle haren gaan recht overeind staan