De dokter zegt dat huilen ongezond is voor de geest. Niet alleen voor mijn eigen geest maar ook voor die van mensen in mijn omgeving. De ‘passieve huilers’ zoals de dokter hen noemt. Huilen is een slechte gewoonte. Het is een zwakte. En door de emotie die met huilen gepaard gaat, kun je rare dingen gaan doen. Je kunt er zelfs dood aan gaan.
Ik moet weer aan de uitspraken van de dokter denken als ik tijdens het WK de supporters zie huilen wanneer hun land verloren heeft. Ongegeneerd de tranen laten stromen. Op televisie. Live huilen voor het oog van miljarden andere mensen. Prachtig lijkt mij dat.
Aan zwakke mannen heeft de samenleving niets, heeft de dokter mij uitgelegd. Wie gezond en sterk is, werkt harder en draagt zijn steentje bij aan de maatschappij.
De dokter heeft onze afspraak opgenomen in mijn medisch dossier. Als ik te veel huil, zou ik weleens een risicofactor kunnen worden voor verzekeringen en werkgevers. Waarom zou je jezelf dat aan doen?
Ik zie op televisie een documentaire over kinderen die in de aanloop naar het WK zijn verdwenen uit de sloppenwijken van Rio de Janeiro. Een uur lang komen gebroken moeders in beeld waarvan de kinderen ’s nachts zijn meegenomen en nooit zijn teruggekeerd. De verhalen gaan door merg en been. De laatste moeder doet trillend haar verhaal. Ik word er emotioneel van. Ik vecht tegen mijn tranen zodra ik ze voel opkomen. Zo hard als ik kan, bijt ik op mijn lip. Harder. Met mijn ogen dicht. Nog harder. Tot het bloed uit mijn lip komt en in een straal over mijn kin glijdt.
Mijn eigen lippen aan gort gebeten.
Dus ik ermee naar de dokter. De dokter zegt dat ik bof omdat ik er zo snel bij ben. Hier hebben ze tegenwoordig geweldige plastische chirurgie voor. Ik hoef mij geen zorgen te maken.
Hulde HMD.