Het was niet moeilijk te bevatten. Ik kende Addy namelijk niet, nooit gekend ook. Toen ik de krant opensloeg, stond het daar gewoon: ‘We zijn diep geraakt door het overlijden van Addy’.
Zwart omrand ergens op de rouwpagina, achteraf weggestopt in een lokaal sufferdje, sprong Addy er tussenuit. Ik weet ook niet waarom. Uit de rouwadvertentie zelf werd ik niet veel wijzer over Addy, behalve algemeenheden als ‘bedroefd zus’ en ‘dankbaar zo’. Het enige dat ik met zekerheid weet, is dat Addy geleden heeft. Addy is gestorven na ‘een lang en slopend gevecht’.
Toen Addy ergens achterin de vijftig was, kreeg hij te horen dat hij ernstig ziek was. Kanker, daar denk je dan het eerst aan, maar kanker is zo standaard. Iedereen heeft tegenwoordig kanker. Waarom kon Addy geen aids hebben, of lepra? Dat ‘ie langzaam maar zeker letterlijk uit elkaar viel, terwijl een zuster achter hem aanhobbelde om de afgerotte stukjes vlees op te rapen die van zijn lichaam vielen. Ze stopte die stukjes dan in een potje, voor de crematie. Om te cremeren heb je het liefst een heel lichaam nodig. Addy wilde graag gecremeerd worden.
Addy was een heel grappige man. Dat denk ik. Zo iemand die in een hospice lag en, vlak voordat hij in z’n 64e levensjaar besloot dat hij nu wel genoeg zuurstof had verbruikt op deze planeet, nog even een pizza bestelde bij Domino’s. De grootste pizza die er was, met veel vlees en extra knoflooksaus. Addy zat al maanden aan de sondevoeding. Dat was Addy ten voeten uit.
Eén van de dingen waar Addy een duivels genoegen in schepte, was zijn verpleegsters stangen. Onder zijn bed lagen allemaal vieze blaadjes, de Hustler en de Penthouse en dat soort pornografie. Addy werd elke dag rond half tien gewassen en dan zorgde hij dat hij die blaadjes goed bekeken had en met een ferme erectie zijn wasbeurt tegemoet ging. Gekscherend noemde hij dat dan een verlate odol maar soms vertrok hij geen spier terwijl de verpleegsters hem omslachtig wasten en wanhopig zijn pik probeerden te negeren. ‘Ah toe Claudia, één keertje, even vlug’ zei hij dan. Als ze zijn benen inzeepten prikte hij hen weleens in hun oog, en lachen dat hij dan deed, ongekend.
Addy was al jaren werkloos. Nadat hij in militaire dienst moedwillig zijn rug verziekte om maar weg te kunnen van die idiote verplichting zijn land te dienen, is hij nooit meer aan de bak gekomen. De luitenant die verantwoordelijk was voor zijn ontslagbrief op medische gronden, zorgde daar wel voor. Addy was lui en hondsbrutaal, hij respecteerde geen autoriteit en bovendien was hij een notoire zatlap. In een plotse vlaag van verstandsverbijstering, die gevoed werd door een ferme zuippartij, kwam Addy op het lumineuze idee om mosterd achter de deurklinken van de staf te smeren. De hele godganse dag hing er een zure lucht in het stafgebouw. Hij was een grappige klootzak.
Op z’n 36e kreeg Addy een dochter. Toen hij haar verwekte was hij straalbezopen. Addy had net fikse ruzie gemaakt met Erna, zijn vrouw. Hij vond haar een onuitstaanbaar kutwijf maar hij wist dat er na een goede pot ruzie ook altijd een goed potje seks zou volgen. Addy’s geilheid was net als zijn alcoholgebruik onbedwingbaar. Hij vond dat zelf nooit een probleem omdat hij de drank nodig had om te functioneren en om te neuken. Addy haalde zijn zelfvertrouwen uit bier, wijn en whisky, meer vrienden had hij niet. Hij had ook niet meer nodig.
De dochter van Addy was inmiddels een lekker wijf van achtentwintig. Voluptueus, met lange benen en een goeie kont. Menig man had na een pot ruzie en een krat bier troost gevonden achter de volle reet van Addy’s dochter, die vaker bezopen was dan nuchter en leefde van de fooi die haar bezoekers achterlieten. De geschiedenis herhaalde zich. Zijn dochter was al net zo verloren als hij.
Addy’s leven was niets meer dan een reeks mislukkingen van catastrofale proporties, hij overzag het vanaf de smeulende hopen van een gefaald huwelijk, een berg zure kots en lege drankflessen en meer kilo’s wrok dan goed is voor een mens. Addy ging van roes naar kater naar roes en tenslotte naar een dosis morfine die hem fataal werd.
Nu is Addy dood.