Ik zie mezelf als een normale, standaard man. Ik wijk in niets af met mijn mannelijke medemens. Het is een simpel optelsommetje. Ik ben getrouwd, heb twee kinderen, werk 40 uur per week en een aantal avonden per week besteed ik aan hobby’s.
In één ding wijk ik echter af; ik kan de opening niet vinden.
Ik heb het over de grootste kwelling die ik mezelf wekelijks aandoe: de plastic zakjes in de supermarkt waarin je je verse groente en fruit dien te proppen. Knoopzakjes heten ze, kwam ik na een tijdje google achter. De knoopzak is de meest zinloze uitvinding ooit gedaan door de mensheid.
De groente en fruit afdeling begint standaard bij binnenkomst van een willekeurige supermarkt. Ik vermoed vanwege commerciële redenen. Als je al het vers ziet liggen koop je eerder de verse spinazie dan de ingevroren gort die ergens aan het einde van de route ligt verstopt. Maar elke keer weer twijfel ik of ik de vitaminestraat al dan niet zal aandoen. Met als sterkste argument: de knoopzak.
Deze krengen liggen ten eerste altijd opgerold los in hun metalen hokje. Trek je iets te hard aan de rol, dan ligt de vloer tot aan het brood vol met een lange rij doorzichtig plastic. Dat voorkom ik wekelijks door te zoeken naar verdwaalde, achtergelaten zakjes. Meestal te vinden bij de weegschaal. Helaas niet altijd.
Ten tweede, en dit is mijn grootste irritatie, ik krijg die kutdingen nooit open. Per knoopzak ben ik tenminste vijf minuten aan het godveren voordat ik mijn tomaatjes kan afwegen. Aangezien ik een gezin heb te voeden, heb ik heel veel verschillende producten nodig. Lees: heel veel verschillende knoopzakken. Lees: heel, heel veel gegodver. Nadat ik knoopzak vijf niet heb open gekregen vliegen de verwensingen over de conference peren en word ik aangestaard door verschillende moeders met hun spruit in de winkelwagen, mij zeer waarschijnlijk verwijtend pedagogisch bijzonder slecht onderlegd te zijn. Die vuile kutwijven.
Vervolgens sta ik in de rij om dat klotefruit af te wegen. Uiteraard staat er een zielige bejaarde muts met 1 appel, 1 banaan, 1 kiwi, 1 tomaat en 1 ui te zoeken waar het juiste plaatje op het display staat. Vervolgens wenkt gerimpelde trut de supermarktmedewerker met de vraag of het een Jonagold, of een Golden Delicious is die ze moet afwegen. En welke in de aanbieding is. Om daarna te wachten op diezelfde medewerker. Deze persoon moet het namelijk even navragen. Puist met supermartkblouse werkt namelijk nog niet zo lang op de versafdeling. Daarna moet pukkel de aanbieding uit het schap halen. Het lijk had de verkeerde appel gekozen.
En ik sta met rook uit mijn oren achter mevrouw-ik-ben-ook-al-niet-goed-met-memory te heupwiegen met tenminste vijf kutknoopzakken vol verse troep in mijn poten.
Als de op sterven na dood dame ein-de-lijk richting koffiecorner rollatort ros ik met woedende vingers op de hopelijk juiste plaatjes en smijt ik mijn groente en fruit in mijn kar.
Uiteraard scheuren mijn gehate knoopzakken en rollen mijn versproducten precies voor de rollator van eerder genoemde gnoe met rimpels.
Splut.
Kan ik opnieuw beginnen.
De mens is een bijzonder intelligent dier. De mens heeft internet uitgevonden. Drones, mayonaise. Maar de mens is blijkbaar te stom om makkelijk te openen knoopzakjes uit te vinden. Ik ben behoorlijk teleurgesteld in jullie uitvinders. Hufters.
Natuurlijk kan ik kiezen voor de papieren variant. Deze zakjes zijn makkelijk te openen. Maar dan loop ik te klooien om deze zakjes juist dicht te krijgen.
Het is ook nooit goed.
Gelukkig kan John Fealey er wel om lachen.
‘Je had je mening al gegeven’
Maar ik wil nog 100x op dat duimpje klikken! Top. Weer.
Dank je wel!