De monteur komt binnenzetten, stinkend naar shag en zweet. Het is een walgelijke lucht die letterlijk z’n poriën uitstroomt. Niet echt een vriendelijke kerel, deze stinkerd, maar stug. Precies zoals ik de mensen hier al jaren gewend ben. ‘Koffie, thee?’ vraag ik. ‘Nee, bedankt. Zit de kelder hier?’, de man windt er geen doekjes om: hij zou tussen twee en vier uur langskomen om een klusje te doen. Even voor half drie ging de bel, een prima timing voor een man die, zoals ik hem nu in nog geen twee minuten heb leren kennen, houdt van boter bij de vis. Geen gezeik, geen ditjes en datjes of koffie of thee, maar direct over tot de orde van dag.
Ik had vergeten de kelder leeg te halen om zijn werk wat te vergemakkelijken. De man had überhaupt geluk dat ik thuis was want ik let nooit zo op die vooraankondigingen per brief: ‘op woensdag 12 november, tussen 14.00 en 1600 komt een monteur van ons bij u langs om X te vervangen’. Wonderlijk vind ik dat altijd, en brutaal ook wel: er zijn bedrijven die maar gewoon een brief sturen om mij te informeren dat ze (ongevraagd) langskomen en ze noemen er zelfs al een dag en tijd bij.
Mij wordt zomaar een monteur opgedrongen en als dat niet schikt, moet ik maar even bellen. Nee, beter zou het zijn als ze mij vragen: ‘beste meneer Van Blokland, u beschikt in uw woning over dit en dat en wij zouden deze graag vervangen omdat dit eens in de zoveel tijd moet. Op de volgende dagen kunnen wij langskomen, heeft u een voorkeur voor één van deze dagen? Stuurt u dan een bevestigings-sms met de gekozen dag en het geprefereerde tijdstip’.
Hijgend staat de stinkende man bovenaan de keldertrap, not amused dat er nog zoveel teringzooi in zijn weg staat. ‘Laat mij maar even’ zeg ik. Binnen een minuut heb ik de oude houten kinderstep van m’n ex, een lading wc-papier en een rekje met nooit gebruikte pannen van de kelder naar de gang getild. Op handen en voeten kruipt de monteur nu in zijn blauwe overall over de vloer naar de plek waar hij moet zijn, waarbij hij zijn hoofd stoot aan een laaghangende plank. ‘Niet echt de meeste handige plek hè?’ roep ik ‘m toe. Hij bromt en hijgt wat.
Ach, voor hem moet het leven ook klote zijn. Altijd maar die mensen die nooit rekening houden met je komst, die raar opkijken als ze een zwetende, oudere man met een stalen koffertje voor de deur zien staan in zijn vale blauwe overall, vergezeld door die niet te harden stank die aan hem vastkleeft. Elke keer weer diezelfde vraag ‘koffie, thee?’. Als ze hem nou eens een halve liter bier aanboden maar dat deed nooit iemand. Zijn leven was uitzichtloos en troosteloos, hij had het volledig gehad met zijn werk en na 35 jaar huwelijk was de spanning in zijn relatie ook ver te zoeken. Op maandag altijd gehaktballen, op dinsdag soms seks. Dat laatste gebeurde vaker niet dan wel.
Als de monteur klaar is, laat ik hem uit. Ik draai de voordeur op slot en ga stofzuigen. Daarna drink ik halve liters bier.