Vroeger meneer, toen was televisie nog uniek. Twee kanalen had je, Nederland 1 en 2.
Op zaterdagavond zat je in je pyjama op de bank, nog nadampend van het douchen. Beentjes vooruit, een glas sinas en een kommetje chips binnen handbereik. Mocht je van je ouders nog even naar Avro’s Wie-Kent-Kwis kijken.
Pa stopte zijn pijp, ma stopte sokken en voor de kachel snorde de kat. En jij keek naar Fred Oster, die vriendelijke quizmaster met de over zijn kale schedel geplakte lok haar. De opwinding als hij “en daar gaat de prijzenkast open!” riep (publiek: “Ooooooh…!”).
Of de finale met de cavia’s, waarvan er eentje altijd Simon Tahamata heette. Fred Oster bij de caviabak, dat was het hoogtepunt van de week. “Kies Simon!” riep je, maar Kees en Liesbeth uit Vinkeveen kozen André van Duin. Een dikke, rode cavia die even later het hokje van 75 gulden in kroop. Mochten ze met een sapcentrifuge naar huis.
Dat waren nog eens tijden. Twee kanalen en altijd iets op de buis. En wat hebben we nu? Een stuk of dertig zenders en elke zaterdagavond geen bal op de tv.