Deze warme wintermaanden zorgen voor verdeeldheid binnen de redactie van deze puike website. Redacteur één mekkert over zijn eeuwige eenzame vrijgezellenbestaan (ooit gedacht aan deo?), de ander zeurt over zijn aanstaand vaderschap en weer een andere creatieve tikker scandeert zijn onvrede over de knecht van Sint. Erg gezellig is het niet, totdat de webmaster zijn fameuze warme grog serveert.
Mij boeit het niet. Ik herken het gezeik nog van de tijd dat ik kinderloos was. Destijds banjerde ik door de stad, mezelf dood irriterend aan de verlichte straten, de geur van speculaas of het zicht van de overgelukkige jonge gezinnen die achter een vaal verlicht raam warme chocolademelk met slagroom aan het slurpen waren.
Nu, zes jaar en twee kinderen later, ben ik zelf die softie die choco slurpt. Ik ben de man die in het geniep de halve speelgoedzaak leegrooft met in gedachten het moment dat de stralende gezichtjes het mierzoete pakpapier kapot scheuren. De voorraadkast ligt vol cacaopoeder en in de koelkastdeur is geen plek meer voor mijn cola; slagroom is wat de spreekwoordelijke klok slaat.
Maar hoe meer de datum van pakjesavond nadert, hoe meer ik verlang naar het moment dat Baardmans richting Spanje dobbert. Terug naar zijn eigen land. Of sterft.
Er zitten nadelen aan dit feest. De kinderen zelf.
Op zaterdagochtend half 6 staan ze al naast het bed te stuiteren omdat ze willen weten wat er in hun schoen zit. Je staat minstens een uur in de rij om Sinterklaas een handje te geven en op het moment suprême durven ze niet. Na 5 minuten inpraten besluit je om weg te gaan. 10 Stappen later willen ze het toch proberen, maar dan kan je weer terug in de rij gaan staan. Draak twee is intens verdrietig als Piet vergeten is een handje te geven, maar broerlief wel. In de ene snoepzak zitten welgeteld 5 pepernoten minder dan in de andere; drama. Krijsend kind tot gevolg.
De kinderen komen elke avond een aantal keer naar beneden, fluisterend dat ze een Piet op het dak hebben gehoord. Daarna hebben ze Amerigo gehoord. Of ze hebben fluisterpiet gezien. Of een mug. Het maakt allemaal niet uit; ze komen naar beneden. Niet omdat ze bang zijn, maar in de hoop dat de schoen al gevuld is. Op dat moment wil ik intens graag de mythe doorbreken zodat de draken zichzelf vrij snel in slaap huilen, maar dat mag niet van mijn vrouw.
Ik weet het zeker; Sinterklaas moet dood. Zeemansgraf. Klaar ermee.
Ik moet mijn rust terug.
De wallen onder mijn ogen kan ik gebruiken als alternatieve zonnebril. Mijn slaaptekort zorgt voor een strontchagrijnige echtgenoot. Vloekend en tierend sta ik vlak voor 5 december de pepernoten in de schoenen te rossen terwijl de klaargezette winterpeen met een bloedvaart richting groene kliko verdwijnt. Ik word gillend gek als ik voor de zoveelste keer Sinterklaas Kapoentje voor de schoorsteen scandeer en alle journaals, series en films waarin verschillende bekende Nederlanders een liter schoensmeer over hun gezicht hebben geflikkerd ken ik van voor naar achter. En terug.
Sterf! Sterf! Sterf! Met je kutbanketstaaf.
5 December. ‘s Avonds.
De kinderen hebben zich verbaasd over het feit dat ineens allerlei pakjes bij de schoorsteen lagen. Een half uur hebben ze nodig gehad om alle pakjes open te maken. Papa is al een uur bezig om alle speelgoed uit de verpakkingen te peuteren. Elke keer als er een knuffel of een dinosaurus overhandigd wordt beginnen er twee paar kinderoogjes te glinsteren. Een glimlach van huiskamermuur tot huiskamermuur vult de ruimte. Vlak voordat de draken naar bed gaan krijg ik een paar dikke knuffels. Verlegen en voldaan fluisteren hoge stemmetjes “dankjewel” door de schoorsteen. Mijn vrouw slurpt de laatste chocomelk naar binnen. Volledig ontspannen aait ze me over mijn kale voorhoofd en zegt: “ik kan niet wachten tot volgend jaar.”
Ik ook niet. Intens geniet ik na van de avond terwijl ik oorlogje speel met de cadeautjes van de kinderen. Dit moment van volledig geluk duurt eeuwig.
Totdat mijn vrouw me terloops meldt dat het tijd wordt om een kerstboom te kopen.
Kuttijd.
Om nog maar te zwijgen over de onmogelijke hoeveelheid ijzerdraad in de verpakking van al dat speelgoed. Dat speelgoed waar je weer een maand continu over struikelt, en waar vervolgens weer niet naar omgekeken wordt.
En dan te bedenken dat Draak 1 net een paar weken geleden verjaard is, en Draak 2 over een maand verjaart. Hoeveel ijzerdraad moet deze vader wegpeuteren?
Ik kan hieruit slechts concluderen dat jij niet kan plannen. Je hebt simpelweg in de verkeerde maanden je beste zwemmers ingezet, en daar pluk je nu de zure druiven van .
En zuur zijn ze.
Hier is die planning alleen bij de eerste fout gegaan. Wij leerden. De tweede is midden in het jaar geboren.