Werden we aangenaam verrast met het gratis eerste hoofdstuk van boek van Hannelore Kurva en uiteraard met het tweede deel van deze immens spannende reeks, nu kunnen we het derde hoofdstuk gratis on internet publiceren. En dat vlak voor pakjesavond; attent is het goede woord. Een gratis boek; daar doe je toch een moord voor? Of verklap ik nu teveel?
Esther had de man in de hoek van het café niet opgemerkt. Het was dan ook een onopvallend persoon. Een man die weggevaagd wordt in de massa. De onbekende, niet belangrijke man. Maar tevens de oh zo gevaarlijke man.
Üwe had een baggy jeans om zijn licht uitdijende heupen zitten. Een grauwzwarte Zeemanriem hield de broek op zijn plaats. Zijn vaalgrijze trui verborg nog steeds niet het beginnende buikje van Üwe. De afgetrapte schoenen konden in elke willekeurige schoenenzaak gekocht worden. Zijn gezicht werd bedekt met een beginnend, pluizig baardje en op zijn net iets te schuine neus prijkte een ziekenfondsbrilletje.
Üwe hield Esther nauwlettend in de gaten. Dit deed hij al vanaf het moment dat Esther de bar binnen banjerde. Vanaf het moment dat hij haar binnen zag komen voelde hij een niets ontziende erectie in zijn broek kloppen. Üwe werd geil van Esther en als Üwe geil werd, was geen vrouw meer veilig.
Hij zag hoe Esther door een andere man naar een tafeltje werd begeleid, nadat hij een glas rosé over zijn afgrijselijke blouse gekregen had. Waar hij liep liet hij een spoor kleine lichtrode druppels achter. Üwe zag hoe Esther moest lachen om een opmerking die de Klootzak maakte. Üwe werd licht chagrijnig. Geen goed teken.
Zo onopvallend als hij was liep hij richting bar. Vlak bij het tafeltje waar Esther met haar chaperonne aan het giechelen waren. Nonchalant stak hij zijn rechterhand in een schaal gezouten cashewnootjes. Dezelfde hand waarmee hij nog geen minuut geleden zijn kloppende erectie een tik had gegeven, in de hoop de Grote Jongen tam te krijgen. Üwe bestelde een cassis met een rietje en probeerde zichzelf een houding te geven aan de bar, waarbij het niet hielp dat de koperkleurige sierrand zo glad was als een aal in een emmer snot. Hij voelde hoe hij de grip bijna verloor en dankt God op zijn blote knieën dat zijn schoenen nog enigszins voorzien waren van profielzolen.
Schalks keek hij naar Esther en De Klootzak. Meteen voelde hij zijn kruis spannen. Zo onopvallend mogelijk wreef hij over de spijkerstof die zijn snoeiharde lul uit het zicht van de grote boze buitenwereld deed houden.
Snel slurpte Üwe een slokje cassis voordat hij richting het toilet liep. Zonder de deur op slot te doen gespte Üwe zijn riem los en begon met zichzelf te spelen. Als snel voelde hij het warme voorvocht over zijn dikke vingers druppelen. Nog geen dertig seconden later kwam hij klaar. Hij depte zijn eenogige broekpaling schoon en spoelde de wc door.
Üwe kreeg zin in meer cashewnoten.
Ondertussen werd Esther bevangen door Waldemar. Ze kende hem misschien nog maar tien minuten, maar het leek alsof ze hem nu al door en door kende. Het voelde vertrouwd. Dit gevoel had ze nog nooit bij een man gehad. Ze had haar hele verhaal van het ontslag al verteld, inclusief alle erotische details. Waldemar had begripvol gekeken.
Esther voelde het in haar onderbuik: deze man wilde ze. Ze wilde Waldemar berijden zoals ze nog nooit een man bereden had.
Precies op dat moment stelde hij de vraag die haar hele leven zou bepalen: “Wat is je ultieme fantasie?”
Even was ze uit het lood geslagen. Ze twijfelde of ze dit nu al aan Waldemar kon vertellen. Maar ze boog zich voorover en fluisterde in het oor van Waldemar: “Wie weet kom je daar vandaag nog achter. Maar dan moeten we nu gaan.”
Zonder nog iets te zeggen schoven ze de stoelen naar achteren en liepen richting uitgang.
Üwe zag nog net hoe De Klootzak zijn hand op de billen van Esther legde toen hij de deur voor haar open hield. Hij haalde een bankbiljet uit zijn broekzak en legde hem op de toonbank. Zo onopvallend mogelijk liep hij achter Esther en De Klootzak aan.
“Vanavond zit ik in haar,” dacht hij, terwijl hij zijn lid wederom voelde zwellen.
Volgende week deel 4.