In de wonderbare, smeltkroezerige jaren tachtig heb ik een tijdje iets gehad met een rondborstige Nederlandse van Surinaamse afkomst. Philomena Zoethout, een naam die heel wat suikerzoete vrijpartijtjes beloofde, aan de behoorlijk geile en potente jongeman die ik toen nog was. Ik moet eerlijk toegeven dat het zich hier (tussen twee haakjes) niet handelde om een klassieke liefdesrelatie, neen, de vork (mijn lid) zat iets anders in de steel (in haar schede). Het betrof hier, moet ik tot mijn niet geringe schaamte bekennen, een ordinaire ‘neukrelatie’, iets waartoe ik in die tijd nog in staat was. Ik heb mijn mening omtrent vrouwen wel moeten bijschaven, in de loop der decennia. Dames behoor je met respect te behandelen en genoeg liefde, aandacht en bosjes bloemen te schenken, niet slechts de wekelijkse wilde vrijpartij.
Alles goed en wel, ook voor Philomena was het een relatie op reine ‘neukbasis’, dus zij heeft er allerminst onder geleden. Degene die er achteraf bezien nog het meeste onder gebukt ging, was waarschijnlijk haar echtgenoot, een schattig, klein, gezet, Surinaams mannetje, dat voor zijn werk veel van huis was, wat Phil en mij goed uitkwam, aangezien wij zo ruimschoots aan ons gerief kwamen.
Eens per week troffen we elkaar in haar kneuterige, Bijlmerse appartementje. Tussen de kunstbloemen en de kitschvazen vlogen haar kousen, jarretelles, pumps en slipjes als wilde meteorieten in het rond, waarna wij ons nedervlijden op haar divan en de pret kon beginnen. Een kortstondig genot, aangezien ik in die tijd nog geen meester was over mijn lid, waardoor achteraf bekeken, maar naderhand is men altijd snuggerder, ik – en ook Phil trouwens – veel gemist heb.
Het leven is een eindeloze weg, nooit is men helemaal uitgeleerd, maar wanneer men zijn best doet, komt men ’n heel end. Zo ook ik. Goed een half jaar nadat Philomena het had uitgemaakt (onomwonden reden: te snel klaarkomen), besloot ik een cursus ‘lidbeheersing’ te gaan volgen bij een of andere zweefteef uit de Jordaan. Althans dat dácht ik, het bleek zich uiteindelijk geenszins om een leeghoofdige spiritualiteitsmuts te handelen, doch om een uiterst levenswijs therapeute, niet eens onaantrekkelijk, en toen ik vijf weken later aan het eind van een wat uit de hand gelopen sessie, het appetijtelijke blaasinstrument van haar lichaam bespeelde, was ik reeds heel aardig in staat het geleerde in de praktijk te brengen.
Philomena heb ik nooit meer gezien. Dat wil zeggen, nog één keer. Bij toeval, in de winkelstraat. Onze blikken troffen elkaar en we wisten meteen waar het op uit zou draaien:
Een ferm wipje down memory lane… Als de wiedeweerga fietsten we naar haar huisje, waar praktisch niets veranderd was, behalve dat haar man definitief zijn biezen had gepakt.
We kropen in bed en deden wat we zoveel jaren daarvoor zo vaak hadden gedaan, alleen was nu het zaakje niet geklaard in een dik kwartiertje, eerst na ruim drie uur erotische pret, legde ik mijn vermoeide hoofd te ruste tegen de enorme boezem van de aantrekkelijke Surinaams-Nederlandse.
Ook Philomena vond dat ik ruimschoots geslaagd was voor mijn cursus.
Wel ja, onteer onze vrouwen maar!
Nu nog een schrijfcursus en een leuk onderwerp, dit neukt me niks.
Je hebt gedroomd?