Kerst, zucht. Echt zin hebben we er niet in. Het geforceerde gezellig doen, praten met mensen. PRATEN? Ja hallo, dat zijn we niet meer gewend, wij autistisch-contactgestoorde internetgeeks. Hou ‘s op.
Het enige dat kerst aangenaam maakt is voedsel. Niet van die moeilijk troep. Geen eendenlever met schapenzaad en een zachtromig toetje van kalfsfoetus, gewoon heel veel vlees. Ja, dat is cliché maar clichés bevatten net als vooroordelen vaak een grote kern van waarheid, anders zouden het geen clichés dan wel vooroordelen zijn die men tot in den treuren misbruikt.
Afijn, vlees dus. Geen inspiratie? Geen nood. Dé tip voor deze kerst: spareribs zonder bot. Kluiven is goud maar wij beseffen heul goed dat we niet de enige zijn aan tafel. Meestal bevinden zich in het gezelschap ook bejaarden met moeilijke prothese-tandjes die het allemaal maar lastig vinden, dat gekluif. Toegegeven, met je kunstgebit en reumavingers stukken vlees van een varkensbot moeten afscheuren lijkt ons ook zeer onprettig.
Vrouwen willen uit principe niet kluiven want die vinden zoiets maar oncharmant. Jammer is dat.
Speciaal voor iedereen daarom spareribs zonder bot. Als volgt: je koopt varkensvlees. Niet gekruid, niet bewerkt, gewoon lappen varkensvlees. Hamlappen, varkenslappen, varkenssucadelappen, als het maar lappen zijn. Oh, en varken.
Al die lappen gooi je in een pan water die je aan de kook brengt. Vraag me niet hoe lang, dat is gevoel. Toen ik in de keuken werkte zei de chef altijd ‘tot het klaar is’ als ik vroeg hoe lang iets in de pan moest. Als de roze lapjes maar grijs kleuren en wat verschrompelen, niet door-en-door gaar in ieder geval.
Dan gaan we nu een papje maken van alles wat je in je kast kunt vinden: ketchup, sambal, honing, chilisaus, marinade, knoflook, cajunkruiden, wat je lekker vindt. Zolang je gasten het binnenhouden en niet op hun bord uitkotsen, zal het eetbaar zijn geweest. Dikke prima. Niet twijfelen, gewoon doen is het credo.
Vervolgens snijd je de vleeslappen in reepjes, van die reepjes die je normaal gesproken tussen het bot probeert uit te kluiven. En al die reepjes mik je daarna door je zelfgefabriceerde marinade. Laat dat nou eens lekker een nachtje inweken en kom morgen terug.
Een dag later zijn die zuren van de ketchup en whatever je er nog meer doorheen hebt gegooid, fantastisch prachtig in je vleesreepjes getrokken. Dat is het moment dat voedselheerschappij nakende is, want nu hoef je de varkensreepjes alleen nog twee keer af te bakken. Twee keer? Ja, twee keer. De eerste keer op een graadje of 170. Lekker even doorgaren, niet al te lang. Kijk maar.
Nu komt het aller-aller-allerleukste, want je mag in de weer met de barbecuesaus. Let wel: hiervoor gebruiken we ALLEEN goede barbecuesaus. Sweet Baby Ray’s bijvoorbeeld, of die nieuwe Smokey Honey-dinges van Remia. Accepteer geen goedkope meuk want je verpest gegarandeerd je kerstdiner. Niet doen dus.
Die reepjes (pas op: heet!) ga je nu aflakken met barbecuesaus. Eén voor één. En dan bak je ze grandioos af op een graadje of 220. Net zolang tot er zwarte puntjes op de buitenkant komen, want pas dan zijn ze knapperig en dat is de enige vereiste. Knapperig, misschien een beetje sticky, in ieder geval briljant en metzonder te kluiven. Succes is zeker.
Wij van HoeMannenKoken wensen u alvast een prettig kerstdiner.