Mannen zijn stoer. Mannen komen bij elkaar in de kroeg en waggelen pas naar buiten met tenminste 30 goudgele rakkers in hun mik. Mannen schoppen moeder de vrouw naar de sauna en gaan de Playstation 4 uitdagen. Met goed veel vette worst op het ooit zo schone bijzettafeltje binnen handbereik.
Mannen zitten niet op Zumba. Mannen boksen. Het liefste in een kooi. Wij mannen troeven elkaar af op Facebook. Wij proberen een goed snedig antwoord te verzinnen onder een of andere statusupdate van een andere man. We maakten dit soort opmerkingen ook onder updates van vrouwen, maar het was schrikbarend te merken hoe weinig digitale vrienden er over bleven.
We zijn de koning van de barbecue. Zelfs in de winter staan we in ons kamerjas de spareribs om te draaien, met een ijskoud flesje bier vastgevroren om onze lippen.
Als onze vrouwen beginnen met vragen als “wat voel je”, “vind je me nog mooi”, “hou je van me” willen we het liefste de dichtstbijzijnde boekenkast in elkaar beuken. Maar omdat we niet alleen achter willen blijven fluisteren we een antwoord, in de hoop het juiste te zeggen. Anders moeten we zelf gaan wassen.
We proberen onze erectie niet snoeihard in je te steken. Voorspel, daar doen we aan. Niet omdat we daar de rust voor hebben.
Maar, mits goed verricht, glijdt een en ander wat makkelijker naar binnen. Dat is voor ons fijn.
Het liefste lopen we ongeschoren in een trainingspak met een sixpack bier over straat te schreeuwen, ieder andersdenkende volop zijn bek slaand. Sjekkie argeloos in de rechter mondhoek, lachend om foute wijvengrappen, op weg naar de shoarmaboer. Goed veel sambal, want dan rieken de windjes heerlijk.
Maar vrouwlief geeft aan moeder te willen worden. Wij vinden het al lang goed. Zo lang we kunnen oefenen hebben we de tijd van ons leven.
Op een gegeven moment wordt er raak geschoten. De man weet dat hij nog 9 maanden heeft om lekker onverantwoord te leven. Dat doen we massaal.
En dan ineens ligt er zo’n klein hummeltje op je armen en knip je de navelstreng door. Vanaf dat moment zijn wij mannen mietjes.
We posten foto’s van de jonge telg op Facebook. We twitteren de godganse dag over die spruit. Instagram staat vol met slapende kroost en de foto’s van de bilnaad worden verwijderd. We beginnen blogjes te tikken over ons vaderschap. We plaatsen foto’s op ons bureau en spelen op de WII. Ineens knuffelen we onze vrouw. Ineens fluisteren we lieve woordjes. Vanaf dat moment zijn we niet meer dronken. We stoppen met roken en we gaan gourmetten.
Gelukkig zijn we niet helemaal afgestompt. De partner denkt namelijk dat ze haar man eindelijk heeft weten te veranderen. Trots gilt ze tegen haar vriendinnen dat haar ooit zo stoere man ineens een liefhebbende vader en minnaar is geworden.
Nee, muts; dat heeft je kind gedaan.
Zijn we toch niet helemaal mietjes.
En ook dat gaat weer over wanneer je kinderen wat ouder worden en liever niet meer met je gezien willen worden.Voorzichtig ben ik al op zoek naar een kleine sportieve tweezitter.
Een “echte man” is ook helemaal gek van geluidsinstallaties. Dat is ook een vertoon van potentie.
Als je een nieuwe versterker wil kopen dan is er geen normaal gesprek mogelijk. Je wil óf het beste van het beste óf je bent een primitieve neanderthaler.