Vrouwen, wat hebben ze een luizenleven. Ze denken dat zij met de rammelende eierstokken en andere hormoontornado’s het recht hebben te klagen over de onverteerbaarheid van het bestaan. Vrouwen, laat me niet lachen. Nee dan wij, wij mannen, die hebben pas het recht om te klagen – maar dat mogen we niet want wij zijn mannen. Fak it, de boel de boel, dan maar geen man#anarchy: laat mij even een boekje opendoen over alledaags mannenleed.
Je ogen worden opengescheurd door het weeralarm van je wekker. Even grijp je naar je vriendin voor wat geborgenheid. Helaas heeft zij zich gemummificeerd met kledingstukken omdat ‘ze het altijd zo koud heeft.’ Je wrijft over haar rug, zij draait zich om en beantwoordt je affectie door twee ijsklompen met tien tenen tegen je benen te drukken. Oké, oké, rustig maar mop. Ik ben al wakker.
Op het moment dat je naar de douche sloft en de kraan van de douche opendraait, probeer je jouw Euroshopper-shampoo te lokaliseren tussen het flaconbos van verschillende merken conditioners, shampoos, haarmaskers en scrubs. Juist op het moment dat je op het punt staat je scheermes op de keel te drukken om een einde te maken aan je ellendige bestaan, kom je erachter dat je nu al drie maanden met een bot mes je gezicht staat te verminken. Je hebt wel vervangende mesjes maar die liggen hélémáál in de medicijnkast. Zucht, dan maar leven.
Schuur, voordeur, je ontdoet alles van het slot, grist in de ijzige kou de uitgewaaide katernen van de slordig bezorgde krant van het tuinpad en haalt het brood uit de vriezer – omdat dat volgens haar nu eenmaal een mannenklus is. Ja hoor, geen brood in de vriezer. Wat is dit voor sovjet-huishouden? Wiens beurt was het voor boodschappen? Enfin, geen tijd om te haasten: dan maar ontbijtloos de deur uit.
Op het moment dat je in je auto stapt en de sleutel in het contact een kwartslag draait, toont het lampje van de benzine dezelfde kleur als die van je bankrekening: rood. Zij heeft zo’n hekel aan tanken dat ze de auto zo leeg als het hoofd van Regilio Tuur heeft afgeleverd – bedankt schat.
Bij het tankstation, waar je file geparkeerd een plekje aan de pomp hebt weten te bemachtigen, onthoud je het pompnummer en wil je een koffie XXL en ‘pompje drie’ afrekenen. Natuurlijk, de Texaco-pas voor de punten ligt nog op de keukentafel. Dan maar lief lachen door het kogelwerende glas naar de dienstdoende jongedame in die altijd goed zitten rode polo, in de hoop dat zij je alsnog de spaarpunten verschaft. Ze kijkt terug met Jerney Kaagmaneske glimlach, alsof je zojuist een bataljon schoolmeisjes onder de rok hebt proberen te gluren. Mocht je een vrouw zijn geweest met een decolleté van jewelste en achter het glas een man had gezeten, ging je met bonuspunten naar huis. Nu mag je blij zijn dat je zonder proces-verbaal de auto instap.
Aangekomen op kantoor staan de koffiezetapparaat-hyena’s van een collega’s al tegen elkaar te pochen over het weekend. Maximaal haantjesgedrag en zodra je besluit er niet in mee te gaan, word je uitgemaakt voor een maskerademan die zijn bloedende vagina eens moet wassen. Na zo’n ellenlange dag waar je door je meerdere meer stront over je heen krijgt dan een gemiddelde DIXI op een festivalterrein, kom je uiteindelijk vermoeid thuis.
En is daar dan een groot menspersoon die even een arm om je heen legt, thee voor je zet en – terwijl je in de foetushouding ligt – over het bolletje aait terwijl er in het oor wordt gefluisterd dat het allemaal wel goed komt? Nee, natuurlijk niet. Jij bent een man, je moet je niet zo aanstellen. Borsthaar in de wind, de tuin moet aan kant. Er moet hout worden gekapt, het huis heeft een likje verf nodig en de eeuwig prangende vraag wanneer je die vijver eens gaat uitgraven moet vandaag nog met ‘vandaag’ worden beantwoord.
Kortom, wij mannen zijn aan het eind van ons Latijn. Het licht is gedoofd, de bijl ligt, de zeis is geslepen en de koek is op. Je stapt niet meer over je eigen schaduw heen want de wallen blokkeren het pad. En zodra je er ook maar iets over loslaat tegen het andere geslacht ben je minderwaardig. En daarom graaf je die kuil voor de vijver – six feet deep – en gaat er zelf in liggen. Je stort ter aarde en laat het allemaal maar over je heenkomen. Die vrouwen zoeken het maar uit. Tabee, de groeten, auf wiederschnitzel. Alles voor een moment van welverdiende rust.