‘Heb jij mij gegoogeld?’, klonk het streng. Ik voelde me betrapt. Tegenover me zat een dame met wie ik een eerste date beleefde. Mascha, dertiger, gescheiden, twee kleine kids.
Ze had gelijk, ik hád haar gegoogeld. Ik was het een en ander over haar te weten gekomen, op het wereldwijde web. Ik wist nu bijvoorbeeld wie haar digitale vrienden, of moet je zeggen kennissen, waren, en dat ze van katten hield: op een website voor poezenliefhebsters viel te lezen dat ze net twee kittens had aangeschaft. Daarnaast had ik gezien dat ze op een site voor alcoholverslaafden, onder haar eigen naam enkele berichten had geplaatst. Haar ex was klaarblijkelijk een alcoholist. In een van de reacties bij een forum-topic, foeterde ze er lustig op los richting haar ex-man, in het bijzonder met betrekking tot zijn gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel, aangaande hun gezamenlijke kinderen. Die kant van haar had ik nog niet mogen leren kennen, in de paar weken dat we mailcontact hadden gehad. Ineens was ze voor mij niet meer uitsluitend die poeslieve, zorgzame moeder voor haar twee door foute pappie verlaten kinderen: er school een snibbige kant in haar.
Toen ik een speelse opmerking plaatste, tijdens het bestellen van mijn derde glaasje rode wijn, ‘geen zorgen Mascha, ik beloof je dat ik niet zal verworden tot een alcoholistisch monster’, had ze blijkbaar argwaan gekregen en vroeg ze of ik haar gegoogeld had. En dat had ik dus: een beginnersfout.
Eerste etiquetteregel met betrekking tot internet-daten: Googel nóóit iemand nog vóór je eerste ontmoeting in het echt. Het compliceert de zaken alleen maar onnodig, je zult mogelijk dingen uitvissen, die je eigenlijk niet van haar wilt weten, of die je wellicht beter eerst weet, wanneer je haar wat beter hebt leren kennen door middel van lijfelijke ontmoetingen. Als je haar dan zonodig wilt googelen, doe het dan nadát je elkaar reeds een keer of vier, vijf hebt ontmoet, dan kun je de zaken die je hebt gevonden op het net, beter inpassen in de wat bredere, rijkere persoonlijkheid, die ze in de tussentijd voor je geworden is: ze is dan niet meer de profielschets van drie nietszeggende regeltjes, op de datingsite.
Terwijl ze die confronterende vraag stelde, keek ze me doordringend aan. Ik wist dat er veel op het spel stond. Het verdere verloop van het etentje en de rest van de avond, wellicht onze eerste gezamenlijke nacht. Ik kon liegen of de waarheid vertellen: aan mij, een kat in het nauw, de keuze. Ik besloot te gaan voor de waarheid, met een humoristische twist:
‘Nee, meis, ik heb je niet gegoogeld. Erewoord! Ik zwéér je op het graf van mijn lieve opoe, dat ik je niet gegoogeld heb. Ik heb je geyahood!’
God. zij. dank. Ze bleek een vrouw met een gezond gevoel voor humor. Een glimlach brak door op haar strakke gezicht, als een warme branding die een bres slaat in een nukkig humeur.
De avond verliep verder perfect. Zij voerde mij dronken en ik haar. Beiden ladderzat belandden we uiteindelijk in haar bed. Te moe, te teut, te melig om nog te neuken. Die wip volgde eerst de ochtend daarop, in haar ruime woonkamer.
Met als soundtrack het kunstige getjilp van de roodborstjes in de achtertuin. De achterbuurjongen, loerend met zijn verrekijker vanuit zijn zolderkamer. En wij: ostentatief naakt op het hoogpolige tapijt.