Ze schreeuwde het uit.
“Als jij niet oprot, doe ik het wel!”
Ik ben erg slecht in oprotten.
Daarom deed zij het.
Ook dit keer weer.
Ze pakte haar paarse weekendtas, smeet twee BH’s, vier slips, haar lippenstift en nog wat andere essentiële zaken erin en stampte woest de trap af. Een luchtbed, een laken en haar dekbed propte ze in de auto; een onderkomen was al geregeld. Weg was ze. Maar nu voorgoed.
De kinderen huilden toen ze wegreed.
Verbijsterd stond ik in de deuropening van ons perfecte huis.
Hoe kón ze?
Een man alleen, dat ben ik nu. Om redenen die zelfs ik, als ex, kan snappen. Maar de bomkrater die ze achterliet, is daardoor niet minder groot. Ik dacht dat ons samen- en naast elkaar bestaan wel oké was. Niet geweldig maar acceptabel genoeg om een leven lang te leven. Ontevredenheid bleek de katalysator voor ons uit elkaar groeien. De afstand is nu voorgoed onoverbrugbaar.
Ik ga het boek Vrouwloos overleven voor Dummies herschrijven.
De ex met blaam.
De alleenstaande papa.
De verlaten man.
Dat ben ik.
Aangenaam?
Best wel een beetje een heel erg mooi verhaal. Waarvan ik best wel heel erg benieuwd ben hoe en of het afloopt. Dus.