Vrijdagavond. Ze zijn dit weekend bij mij. De één hangt verveeld op de bank en kloot met z’n mobiel. De ander zit onderuitgezakt in de luie stoel met haar looming-elastiekjes te pielen. Ik haat die dingen. Ik vind ze werkelijk óveral terug: in de Olifantspoot, in de kattenbak, in m’n pilsje, in de sla, in haar neus.
De Onkapotbare Olifantspoot is de enige kamerplant die mij tot zover overleefd heeft (de Yucca heeft mijn ex gehouden, die had ik waarschijnlijk ook nog wel aangekund). Maar als dochterlief zo doorgaat, zal ze het enige groen in dit huis binnenkort vast weten te wurgen met haar elastieken.
Het is duidelijk: ze vervelen zich.
De redding is nabij. In een opwelling van goed vaderschap heb ik een bordspel gekocht. Gloednieuw (ik heb een pesthekel aan tweedehandse spullen) en volgens de kritieken op bol punt com gewéldig. Verslavend. Prima geschikt voor acht jaar en ouder. Spannend. Niet te langdurig. Vijf sterren. Reteduur, maar: spel van het jaar 2013 en dus een must. Hét bordspel dat je moet hebben als goed geaarde ouder: De Legenden van Andor.
“Kom op, peutertjes van me, we gaan een spelletje spelen.”
Het enthousiasme is killing.
“Jezus pap, zie je niet dat ik nog bezig ben?”
Ja, ik zie het. De wereld zit echt te wachten op kunst in de vorm van een looming-elastiekje rond een stuk chips.
“Nu?? Man, het is vrijdagavond, ik wil releksen!”
Ik kijk mijn zoon vernietigend aan: “Wij. Spelen. Gezellig. Een. Spelletje!”
Ze staren wezenloos terug.
Ik pak de doos (minstens twee kilo zwaar), ruk het plastic eraf en ben onaangenaam verrast. Allemaal platen met doordrukkartonnetjes, plastic houdertjes, zakjes, een gigantisch speelbord, kaarten, nog meer kaarten, monsters, helden, een draak, fiches, wilskrachtpunten, moed-tokens, edelstenen, goudstukken, kruizen, een toren, krachtelixers… De moed zakt me in de sloffen.
Ik begin met de opbouw van het spel. Druk alle kartonnen figuurtjes eruit en stop ze gedisciplineerd in de bijgeleverde zakjes. De jeugd staart alweer gerustgesteld op de mobieltjes: laat pa maar mooi prutsen, dit duurt nog wel even.
Verwoed zet ik alles op. Geef orders voor een absolute tv-stilte, eis volledige oplettendheid en lees met geanimeerde stem de eerste Legendekaart voor: “Iedere speler kiest een held die bij hem of haar past. Een heldhaftige krijger! Of een krachtige tovenares… een moedige boogschutter of een snelle dwergvrouw!” (Dwergvrouw… heeft hier nog niemand een officiële aanklacht tegen ingediend?)
“Mooi niet. Ik ben een zombie.”
“Die zit er niet bij, je moet een held uit deze vier kiezen.”
“Wil ik niet. Ik ben een zombie.”
Je hebt gelijk, jongen.
Ik flikker de hele zooi weer in de doos.
Kutspel.
Dan maar sjoelen.
Heftig.
Sorry, reactie bij verkeerde onderwerp hierboven.
De jeugd van tegenwoordig is/lijkt beeldscherm verslaafd. Gelukkig heb ik 2 jongens die niet zo moeilijk waren/zijn en met alle plezier monopoly en dergelijke meespeelt.