Ik moet mijn collega Fritz nu toch even tegenspreken. Rokjesdag is een prima ding. Of je daadwerkelijk kwijlt of niet, hangt helemaal af van wat je in het dagelijks leven allemaal al gewend bent. Ik zie vaak rokjes. Ik kíjk ook vaak naar rokjes. En dan vooral naar alles wat daar in zit en er onderuit steekt. Als solo-vent mag ik dat eindelijk weer dus dóé ik dat ook. Oh, en plenty mooie vrouwenknieën: sierlijke, knokige, van mollige kussentjes voorziene knieën, allemaal prima gewrichten waar ik best wel wat mee kan.
Maar wat me nu eigenlijk steekt: waarom is rokjesdag alleen voor vrouwen? Ik ben heimelijk jaloers op die Schotten. Een prachtige kilt, zo’n rood-blauw-groen-geruite plooirok die losjes om je zwaar behaarde benen zwiept. En ondertussen alles heerlijk vrij kunnen laten bungelen, wat een weelde… Een soort van privé-swaffelen.
Als finishing touch een oversized rokspeld om de split bij elkaar te houden (de schrijfgerei-venters onder ons kunnen die natuurlijk weglaten). Spierwitte sokken, opgetrokken tot boven de krakende knieën, die ein-de-lijk eens zonder gêne gedragen mogen worden. Of gewoon helemaal zonder sokken, de highland-kistjes direct aan de blote voeten.
En verder niks. De vrijheid. Het bungelend paradijs waarin de dames zelfs na Pasen nog naar eieren mogen zoeken. Dan loop ik frivool door het park, stap vrijmoedig dwars over de zonnebadende ladies op hun picknickdekens. Ze zullen staren. Ze zullen kwijlen. Want dít zijn ze in het dagelijks leven dus echt niet gewend. En ik gigolo geniet van mijn rokjesdag.
Ja. Rokjesdag voor mannen.
Dát is pas nationaal feest.
Doe je je wel even scheren en spuit je wat deo onder je kilt? Dat is wel zo netjes als je bovenop het picknickkleed staat en de vrouwen schalks omhoog kijken en de keuze moeten maken tussen hun worstenbroodje of jouw zoute garnaal.