Ik heb het gevoel dat ze me wreed aanstaren. Die korte broeken in de kast. Die sportshirts die een sixpack subtiel zouden moeten accentueren. Vooral ook die bil-en-bal-omklemmende zwembroek. Ik heb ‘m in een vlaag van verstandsverbijstering al een keer gepast en toen liet het boordelastiek dieprode striemen in mijn vetrollen na. Wayyyy te strak. Zoals ‘t een Speedo betaamt.
De stress en de wanhoop van het afgelopen half jaar, of beter gezegd: de veelvuldige troostbiertjes, de achteloos achterover geslagen flessen droge wijn, de snelle broodjes bapao en de patatjes guerrilla hebben hun vetsporen in mij nagelaten. En nu? Nu heb ik geen munitie meer voor de hoognodige rokjesjacht van dit seizoen. Maar de abstinentie heeft lang genoeg geduurd.
Ik staar naar beneden en constateer dat ik door mijn uit de kluiten gewassen love-handles mijn zaakje niet eens meer kan zien hangen. Fuck. No more. Ik kan er niet meer omheen, er móet iets gebeuren. Geld voor een loonverslindende sportclub heb ik niet en Basic Fit boycot ik uit principe. Tatjana is er zonder opgaaf van valide redenen uitgebonjourd, dat blijft een onvergeeflijk iets. Zwemmen is bij chronisch gebrek aan bejaardheid ook geen optie.
Er rest me één denkbare vorm van beweging. Met een gekwelde zucht trek ik sportshort en -shirt uit de kast. Mijn ouwe gympen passen me tenminste nog. Alles om en aan mij laat me in de steek, maar mijn schoenmaat blijft mij eeuwig trouw. Sip bekijk ik mezelf en vraag me af of ik misschien een sportbeha, nodig heb. Het hangt daar nogal. Het hangt eigenlijk overal… Nog geen veertig en nu al een lost case. Run baby, run.
Ik zwoeg voort. Ploeg met m’n voeten diepe groeven in het asfalt. Druppels zweet tergen mijn ooghoeken. Zo’n zweetband om je kop is zo gek nog niet. Die laatste paar honderd meter, ik moet en ik zal ze rennend halen! Ik zie de finish voor me. Jezuschoristusnogantoe, DAT moet ik tenminste toch redden?? Al is het maar íets sneller dan rollatortempo zodat ik niet totaal belachelijk lijk… Ik zie de vertrouwde geveltekst. Ik ken mijn doel. Ik vóel het. De eindstreep. De overwinning. Hoor ik daar De Havenzangers? De drempel. Ik strompel er met een uitgelaten gevoel van victorie overheen.
“Hey…
…
…
Sjaak…
…
…
Toe… man…
…
Een…
…
pilsjuhhh… asje…
…
…blieft??????”