Ik ben niet bepaald monarchistisch aangelegd. Ergens ben ik heel erg links en word ik boos van rijkdom. Van het feit dat er mensen doodgaan van de honger terwijl anderen een derde huis neerzetten in een land waar mensen een moord doen voor een rozijntje. Ik lig hier geen nachten wakker van en het is ook nog geen reden om ergens in een enge commune te wonen. Maar het koningshuis is niets voor mij.
Koningsdag is dan ook totaal aan mij voorbij gegaan. Ik wilde er weinig mee te maken hebben en bijna had ik er niets mee te maken. Ik zette de tv even aan en zag twee royaltywatchers het feest in Dordrecht van commentaar voorzien. Ik ken het van voetbal, dat zogenaamde analisten na de wedstrijd vertellen wat we net gezien hebben. Ik zit daar vaak niet op te wachten.
Ik zit er helemaal niet te wachten op Marc van der Linden. Ik wil het geeneens over zijn gewicht hebben, ongelooflijk wat een gezwam. En dan die vrouw ernaast. Van de gedachte aan haar bekakte rrrr word ik al zo moe dat ik geen zin heb om op te zoeken wie ze is. Kom op zeg, royaltywatcher, dan ben je toch echt het afvoerputje van de journalistiek. Een koninklijk afvoerputje misschien, er blijven toch spermaharen in hangen.
Omdat ik me toch al zat te ergeren, bleef ik even kijken. Wat ben ik blij met mijn bescheiden verjaardagfuifjes. Is voor zo’n koning toch ook niet leuk, dat gezwaai, dat aardig doen tegen kinderen, dat doen alsof je alles leuk vindt? Alsof je de hele dag op bezoek bent bij je schoonfamilie. En dan gaat Marc van der Linden ook nog lopen zeiken. Als ik koning was, dan wist ik het wel. In de koninklijke kerker ermee.
Ik wilde me net dood gaan ergeren toen ik ineens iets zag. Een glimp van de waarde van het koningshuis. Je moet er even doorheen kijken. Als je alle poespas weglaat, zie je in de koning een representatie van de Nederlandse man. Onze Willy kan totaal niet dansen. En dat kunnen wij allemaal niet, wij Nederlandse mannen. Een beetje stijf hobbelen, ja zo doen wij dat in Nederland. Toch voelt hij zich sexy als hij danst. Zoals wij allemaal. Een man van het volk. Leve de stijve hobbel! Leve de koning van de stijve hobbel!