In Jordanië lopen veel militairen rond. Jonge mannen, veelal ergens in de 20, bevolken de straten, staan langs wegen en controleren grensposten. Telkens als ik er een zie, denk ik aan Muath al-Kasasbeh.
Muath, in z’n oranje overall, doordrenkt van een licht ontvlambare vloeistof, staat daar in een ijzeren kooi in Raqqa. Hij kijkt angstig, want hij weet wat komen gaat. De Jordaanse militair gebruikte zijn schietstoel nadat z’n F16 een technisch mankement kreeg (de officiële lezing), of werd neergehaald door IS. Daarna werd hij opgepikt door de groep woestelingen die hem op een wrede manier van zijn leven zou beroven.
Berustend kijkt Muath naar de grond. Een gemaskerde man steekt een fakkel aan en houdt hem tegen de grond. Direct ontstaat een spoor van vuur dat richting Muath gaat. Hij springt niet weg, maar doet zijn handen voor z’n gezicht en wacht enkele verschrikkelijke seconden in doodsangst af voordat het vuur hem bereikt en verzwelgt.
Al die jonge mannen op straat: het zijn allemaal Muaths, het had ook hen kunnen gebeuren. En het kan nog steeds. Ik hoop nooit meer een dergelijk filmpje te zien, maar waarschijnlijk was Muath niet de laatste die door deze debielen voor propagandadoeleinden werd misbruikt. Ik vrees dat we in de toekomst nog meer Muaths in oranje overalls gaan tegenkomen.