Hooggeachte heren van het Centraal Justitieel Incassobureau,
Vanwege een onrechtvaardig gegeven verkeersovertreding onder de noemer: ‘Verbod stil te staan (bord E2)’; feitcode R585 op 23-01-2015 om 16:20 aan de Gulden Winckelplantsoen te Amsterdam, klim ik op de toetsen van mijn toetsenbord. Dit vanwege de wijze waarop ik door enkele leden van het politiekorps DEO Flexibiliteit Amsterdam-Amstelland ben bejegend. Voordat ik nauwgezet de psychische aanranding uiteenzet, staat u mij toe om u mee te nemen naar de tijd en plaats van het desbetreffende voorval.
Als koerier te Amsterdam ga ik gebukt onder de wurgtijden van mijn superieuren. Ieder moment dat ik de bezorgtijd kan reduceren, is een mogelijkheid om mij onder het terreurregiem van TNT te ontworstelen. Vanwege deze reden kan het zoeken van een geschikte parkeerplek niet langer duren dan de carrière van Los Del Rio.
Dit is ook een van de redenen dat mijn bestelbus was gestationeerd met twee wielen ín – en twee wielen naast – het laad-en-losvak. Een andere reden van het ongelukkig parkeerbesluit was de bravoure van een Van Gend & Loos-chauffeur die met zijn vrachtwagen zes(!) laad-en-losplekken tegelijkertijd bezette. Wijzende vingers zijn er in deze maatschappij genoeg, vandaar begroette ik de vrachtwagenchauffeur met de buurman van de wijsvinger en met
de knipperlichten aan, het pakket onder de ene en mijn ziel onder de andere arm, deed ik mijn laatste levering van de dag.
Eenmaal teruggekomen op plaats delict trof ik een in het asfalt gelopen ijsberenspoor rondom mijn bestelbus aan. Na verdere inspectie zag ik dat het spoor in de grond werd gekerfd door drie agenten die driftig rondes rondom mijn bus maakten. Zodra de fluoriserende hyena’s in de smiezen kregen dat ik eigenaar van de foutief geparkeerde prooi was, bestormde de omvangrijkste agent mij met een vaart alsof hij eventjes daarvoor een tray energiedrank van scholieren had af- en ingenomen. U mag best weten: vanaf dit moment voelde ik mij geïntimideerd en angstig.
Zonder permissie tot tutoyeren kreeg ik een repetitief vragenvuur over mij heen. “Meneer denkt zeker dat Amsterdam een speeltuin is? Je hebt niet eens een ontheffing of wel? Heb je een ontheffing of niet? Mag ik je ontheffing zien? EEN ONTHEFFING, WEET JE WAT DAT IS?” Helaas ging ik zonder spatscherm het gesprek in; de polder gendarmerie stond als een volleerd Picasso in zijn expressieve fase, opgefokt mijn gezicht te plamuren met speeksel. Zijn artistieke werk werd ondersteund door het hoongelach van de twee mededienders die likkebaardend over de schouder van de hoofdagent op mij neerkeken. De houding van de agent maakte iedere dialoog futiel. Alsof ik tuurde naar een goedgevuld gloryhole had ik maar te slikken wat de agent mij gaf. Ik was kwetsbaar CJIB, zo kwetsbaar.
“Maar, maar, maar ik ben aan het werk en er is nog genoeg ruimte om een fanfare horizontaal over de weg te laten paraderen,” was mijn enige argument; echter dulden de drie souteneurs geen enkele tegenspraak en al kwijlend over het parkeerbonboekje waren zij vastbesloten mij hoe dan ook een prent te geven. De hoofdagent sleep zijn potlood aan de slagtand van zijn compagnon en kraste mijn gegevens op de bon.
En ik? Ik was een schim van de persoon die ik ooit was omdat ik wist dat niets na dit ooit nog hetzelfde kon zijn.
Waar is de tijd gebleven dat er nog naar een hardwerkende burger werd geluisterd? Dat ome agent vanonder zijn bromsnor vandaan vriendelijk verzocht om door te rijden, om zo het voorval met de mantel der liefde te bedekken? Er stonden geen levens op het spel, niemand kwam in gevaar en ik was geenszins zo opgefokt als deze meneer. Mijn overtreding kwam voort uit bittere noodzaak, zoete zuiverheid en was gedrenkt in het zoute zweet van de hardwerkende modaal burger die voor iets meer dan een uitkering zijn rug breekt om zijn maandlasten te kunnen bekostigen. Het bedrag van €97,- is in mijn optiek een belediging voor de Dirk Kuyt van de koerierswereld. Ik kan niks, maar puur op karakter sla ik mij door het leven heen.
Beste CJIB, maak mij het leven dragelijk en seponeer de beschikking. Ontmoedig een loonslaaf niet, sla hem daarentegen met uw zweep van medelijden en hij zal u dankbaar zijn.
Was getekend,
Stefan Smeenk