Een stelletje zit naast elkaar in de trein. Ik schat ze zo rond de zestien. Heerlijke leeftijd. Je verzet je tegen de mensen die voor je koken, wassen en werken. Je mag niet veel maar doet alles. Een leven vol dromen in het vooruitzicht, onwetend wat de toekomst brengt omdat die er niet toe doet. Het onbezorgd leven in het hier en nu is een kwaliteit waar ze over tien jaar weer naar verlangen.
Zij is klein met een puntgaaf gezicht; het kleurrijke type. Donker haar, zwarte broek, zwart vest, en zoveel zwarte mascara op haar wimpers dat dit het knipperen verzwaart. Hij heeft zijn groeispurt al gehad. Twee koppen groter met een licht fascistoïde montuur op zijn neus. Hij draagt een zwart baseball shirt, rode schoenen en heeft een op het momenteel o-zo trendy Hitlerjugend-coupe. Opgeschoren van onder en een witte toef haar die naar achteren is gekamd. Waardoor ze me opvallen? Ze zijn in elkaar gedraaid als twee Wokkels in de zak, onverbloemd en onlosmakelijk verliefd.
Een prachtige verliefdheid welteverstaan. Hij kan niet van haar afblijven. Zijn been hangt over haar been. De handen ineen en de grip verslapt nimmer. De jongen buigt regelmatig naar haar zijde en zoent haar. Het smakkende geluid giert door de stilte coupé. Het illustere geluid van een zoen die volledig beantwoord wordt. Het antwoord of de verliefdheid evenredig is, is te vinden op de laatste pagina van haar blik: die spreekt boekdelen. Ze kijkt hem aan met een verlangen als een Netflix-verslaafde in de hunkering naar een volgende aflevering.
Wat het allermooist aan ze is? Het gesprek. De woordenwaterval van een stel dat elkaar nog van alles heeft de vertellen. Ze moeten elkaar nog leren kennen en ik adviseer ze zwijgzaam dit met de noodrem erop te doen. Natuurlijk gaat dit niet gebeuren. Ze zullen elkaar opzuigen. Ieder moment zoeken ze elkaar op, ze zullen nachtenlang praten, debatteren, lachen en uiteindelijk tot de conclusie komen dat ze beiden over de fundamentele dingen in het leven hetzelfde denken. En daar stokt het proces. De discussie houdt op. Ze bereiken het punt dat de gewenning de liefde binnendringt.
De woordenwaterval droog op. Zij weet wat hij wil. Hij heeft wat zij denkt. De gesprekken beperken zich tot praktische woordenwisselingen: ‘hoe laat kom je thuis?’ ‘Wat eten we vanavond?’ De plekken op elkaars lichaam zijn ontdekt, in kaart gebracht en gearchiveerd. Zij weet wat hij fijn vindt en doet dit met een routine van een kantoorbaan. Het vurige verlangen is geblust met het verstrijken van de tijd en beiden zitten ze vast in het verwachtingspatroon van een vaste relatie.
Waarom is het zo makkelijk van iemand te houden maar zó moeilijk om iemand uiteindelijk los te laten? Ze hebben te veel gedeeld om van de één op andere dag de brui eraan te geven. Ze zijn dusdanig aan elkaar gehecht dat een leven zonder de ander niet meer denkbaar is. Ze willen elkaar niet kwetsen maar juist door het lusteloze samenzijn degraderen ze elkaar als individu. Wie van de twee is zo moedig om als eerste uit te spreken dat de liefde wederom heeft gefaald? Ik gok op het meisje. Ze is er tenslotte op gekleed.
Lelystad Centrum; ze stappen samen uit. Veel succes verliefd stel; het ga jullie goed.
De liefde moet dood.