De rij in de supermarkt is onvoorstelbaar lang. Hoewel de caissière haar uiterste best doet, lijkt iedereen vandaag zijn bonuskaart te hebben verstopt onderin de handbagage die in de gemiddelde handtas zit. Gelaten onderga ik de marteling om mijn boodschappen af te rekenen. Het heeft geen zin om hier nu een punt van te maken, sneller gaat het niet.
Wanneer ik eindelijk mijn boodschappenmandje op de lopende band kan legen, pakt de vrouw voor me een plastic tasje. De tasjes hangen onder de band waarop de boodschappen staan. De vrouw bukt diep om een tasje te pakken. Haar laag uitgesneden top doet moeite om haar ferme boezem binnen te houden maar de zwaartekracht wint het van de slecht zittende bustehouder. De aanblik van wat in 1950 ongetwijfeld een prima stel borsten was, wordt me helaas niet bespaard. Ik kijk. Vervolgens baal ik ervan dat ik keek. Ik wilde helemaal niet kijken. Ik wilde het niet zien. Waarom deed ik het?
Mannen zijn biologisch benadeeld. Onze ogen trekken naar dingen waar we helemaal niet naar willen kijken. Onbewust zien we overal seks, kans op seks of een potentiële partner om seks mee te hebben. In mijn geval zag ik onbedoeld de buste van een vrouw die met gemak mijn moeder had kunnen zijn. Ik kon er niets aan doen. Tegen de tijd dat ik bewust registreerde waar ik naar keek, had ik al gekeken. Het is niet dat ik het wilde zien.
Mannenogen, het is alsof ze een eigen wil bezitten. Ze bepalen waar ze willen kijken. Vergeef het ons, we proberen heel hard te evolueren maar sommige driften zitten biologisch ingebakken.
Heel herkenbaar!
Dt. Altijdt lasdtig. WORDT ME BESPAARD.