Vrouwen zijn beter in sommige dingen dan mannen. Eén ervan is camoufleren. Niet dat we ondergeschikt zijn. Mannen pronken met hun gebreken. Kale hoofden. Bierbuiken. Flabberkuiten en wanstaltige kledingsmaak. Het zijn onze geuzenkleuren. Vrouwen verbergen hun gebreken veel beter.
Lengte wordt gecompenseerd met hakken; ben je lang, dan draag je platte schoenen. Ongewild vlees wordt ingesnoerd in korsetten en hangtuig tot alles naar wens is gemodelleerd. Make-up verhult imperfecties en benadrukt de features die aantrekkelijk worden bevonden. Felle lipstick trekt de aandacht naar je volle lippen, die door de irritatie nog een beetje extra opzetten. Haar wordt opgestoken, opgekruld, verlengd met extensies. Benen worden gemaskeerd of belicht met panty’s en kousen. Push-up beha’s zorgen voor het gewenste effect: mannenogen zijn machteloos. Push-up onderbroeken zorgen ervoor dat de vulling de bolling benadrukt.
De meeste mannen weten niet meer wat echt is. Borsten kunnen siliconen zijn, de haarkleur kan uit een potje komen. Het kan zijn dat ze een onwijs mooie kont heeft, of het is zo’n nare vleeskleurige onderbroek. Je weet nooit echt wat het is, tot je ze in het water gooit of onder de douche zet. Daten in de regen lijkt gewoon verstandig.
Natuurlijk zijn er ook mannen die er enorm verzorgd uitzien. Maar die mannen ken je al. Dat zijn klootzakken: of ze vallen niet op je of ze behandelen je slecht. Dus voor wie tut je nu zo op? Niet voor mij. Ik vind vrouwen in een joggingbroek leuk. Vrouwen op sneakers. Vrouwen met gevoel voor humor. De goede mannen, waar je het met je vriendinnen over hebt. Wanneer je uitgehuild bent over de laatste klootzak. Dan dromen jullie hardop over mannen die lief zijn, teder doch doortastend, trouw, die je nooit laten vallen en je niet in de steek laten. Die herken je niet aan een goed kostuum of kekke outfit. Je herkent ze aan de lach op hun gezicht. De slechte grappen die ze maken zijn een indicatie. Ze lopen gewoon rond. Los. Ze bijten niet.
Misschien zijn ze niet fotomodel-mooi, hebben ze een bierbuik of een raar Brabants accent, maar ze houden van je om wie je bent. Niet om wie je speelt te zijn. Als je dan toch in sprookjes wilt geloven, lees dan het sprookje van die kikker die in een prins verandert nog eens. Misschien snap je nu dat het een metafoor is.
Sjeesis Freek, ze zouden je een hoogleraarschap aan moeten bieden om deze wijze lessen breed te verkondigen. Helaas zullen onze “power vrouwen” en “glazen plafond bestormende zelfstandige vrouwen” wel weer niet luisteren, ze weten het zelf altijd beter dan “een man”. En gaan daarna door zichzelf te verloochenen en de anderen te belazeren. Dat belazeren doen ze overigens niet voor/naar de mannen, maar naar andere vrouwen, die zijn veel belangrijker. De competitie onder de soort “vrouw” is immens, vlijmscherp, nietsontziend gruwelijk.
Ik ben blij dat ik een man ben.