Het is weer eens zover: we eten groente. Zo nu en dan doe ik mijn uiterste best om wat gezonds voor mijn koters op tafel te krijgen en vandaag bestaat dat gezonde geheel – onder andere – uit sperziebonen. En ja hoor, ik zie ze meer dan verongelijkt kijken. Dit zijn ze niet van me gewend.
“Waarom niet normaal iets van pannenkoeken? Of friet? Of pizza?”
“Gewoon. Omdat.”
Uitleggen dat pa z’n kroost wat vitaminerijker wil verzorgen ‘omdá dá zo mot’, heeft toch geen zin.
“Eet ze maar op voor groene patatten.” Ik pleur demonstratief de pot mayo en een fles ketchup op tafel en roep vervolgens enthousiast: “Bedenk: voor ieder boontje een toontje!”
Dat werkt. Vrijelijk een scheet mogen laten voor iedere geconsumeerde sperzieboon blijkt buitengewoon goed te motiveren. Het wordt meteen met groot enthousiasme in de praktijk gebracht. Ik was me er niet van bewust dat ze allebei zó goed op commando scheten kunnen laten… Shocking.
Helaas: te laat voor correctie. En het goede gesprek zelf escaleert in no time. Voor ik het weet, wordt het verhaal van die ene keer dat m’n zoon (ik noem hem vanaf nu ‘Nick’ want ik ben ‘zoon’ als benaming zat. Ik mag geen echte namen noemen, dus dan maar zo) en dochter (voortaan dan vanzelfsprekend ‘Simone’ – bij chronisch gebrek aan de nodige creativiteit) samen in bad zaten, smeuïg opgedist. Die keer dat Simone een oversized bruine stinkboon het bad in lanceerde. Hij belandde met grote precisie op het been van Nick. Die vloog gillend het bad uit maar nam per omgaande wraak door de waterstand te verhogen met een flinke portie goudgele urine. Je had ‘m daar moeten zien staan op de rand, triomfantelijk als Manneke Pis.
Daarna had ex de taak om ze stil en vooral weer enigszins schoon te krijgen. Ik mocht de badkuip ondertussen ‘bonenvrij’ maken. Ik weet nog steeds niet wie van ons daar nu het grootste trauma aan over heeft gehouden…
Ondertussen galmt het boon+toon-concert aan tafel onverminderd door.
“Dit is vet cool. Eten we morgen weer bonen?”
De keuken stinkt als een oordeel.
Je moet er maar wat voor over hebben, voor die vitaminen.
Sorry guys, morgen eten we witte rijst met niks.
Boontonen.
Én doorstaan.
Held!