Zodra ze wakker wordt schiet ze uit het grote bed. Ze zet een kopje koffie, hoewel ze geen koffie lust. Maar dat vindt hij zo lekker.
Ze dekt de tafel. Twee borden. Om hem te verwennen smeert ze alvast zijn boterham.
Daarna laat ze de hond uit. Guur weer.
Normaal zou hij de hond uit laten, maar laat hem maar lekker liggen.
Thuis aangekomen pakt ze de krant van de mat. Ze legt het sportkatern naast zijn bord.
De koffie is koud geworden, dus ze zet een nieuw kopje. Kan hij straks lekker van genieten.
Maar laat hem voor nu nog maar even liggen.
Even naar de supermarkt. Speciaal voor hem neemt ze een goede biefstuk mee. Zelf houdt ze daar niet van, maar ze wil hem verrassen. Ook zet ze een klein kratje bier op haar rollator. Als ze thuis gelijk twee flesjes in de koelkast zet, zijn ze vanavond bij de biefstuk lekker koud. De rest zal ze in de schuur bewaren voor haar zoon. Misschien komt hij binnenkort eens langs. Dat zou fijn zijn. Hoe lang heeft ze eigenlijk haar zoon en haar kleinkinderen niet gezien? Een maand? Twee maanden? Jonge mensen hebben het zo druk tegenwoordig. Ze snapt het wel.
Maar wat zou hij graag zijn kleinkinderen nog eens zien; hij is er zo gek mee.
Als ze thuis is zet ze de televisie aan. Hoewel ze liever naar haar favoriete serie wil kijken, zet ze het tennis op. Dat vindt hij zo’n mooie sport.
Ze schuifelt naar de kast en haalt de koektrommel tevoorschijn. Bokkenpoten. Zijn favoriet.
De trommel blijft ongeopend op de tafel staan. Totdat het 12 uur is en ze hem terug zet.
Tijd voor het middageten.
Ze staart naar de eettafel, naar de koude kop koffie, de krant en het bord met een onaangetaste boterham.
Ze grijpt zich vast aan de deurpost. Ze krijgt geen lucht.
Snel vermannen. Hij houdt niet van tranen.
De boterham gaat in de prullenbak. De koffie gooit ze weg. De biefstuk snijdt ze klein en voert ze aan de hond. Dan schuifelt ze naar haar stoel en pakt ze de telefoon. Ze belt haar zoon. Misschien wil hij een biertje komen drinken.
Ze krijgt geen gehoor. De andere kant van de lijn is net zo dood als haar man.
Dan zet ze de radio aan. De stem van Bram Vermeulen vult de donkere woonkamer. Ingetogen zingt hij Het is niet waar.