De buurjongen komt een film kijken. Dat doen we zo nu en dan. Hij is veertien en heeft twee oudere zussen, dus wat extra testosteron is af en toe gewenst. Ik geniet ook van het enthousiasme waarmee hij de films verslindt. We kijken om de beurt een film die we uitkiezen. Meestal doen we er maar één per avond. Hij kiest vaak actie, het liefst met auto’s. Ik probeer er stiekem af en toe een Shawshank Redemption doorheen te duwen. Ik voel me ertoe verplicht. Can’t beat the classics.
De actiefilm loopt ten einde als de deurbel gaat. Het is Flex. Een oude vriend die even een bakkie komt doen. Flex moet van mij een top vijf all-time films samenstellen. Een moeilijke opgaaf voor iemand die letterlijk een videotheek thuis heeft. We lullen wat over films en proberen ons vergeefs te herinneren wat we vet vonden toen we veertien waren. Alien, Predator, hoe lomper hoe beter. De buurjongen knikt meewarig zijn hoofd. Het zegt hem niets. Alien versus Predator is ook toevallig een videogame. Nee, die kent hij ook niet. Het gesprek gaat ineens over games. Gamen,dat doet bijna elke jongen. De buurjongen gamet niet zo vaak. Hij speelt Clash Of Clans, een online game. We zoeken vergeefs aanknopingspunten. Het gamen is veranderd, het werkt anders. Je doet dit nu op een iPad, niet meer op de console of PC. Het is voor Flex bijna niet te bevatten, iedereen speelt toch voetbal-games met zijn vrienden?
De PlayStation wordt aangeslingerd en een obscure racegame uit de kast gevist. Er is maar één controller, we geven hem om de beurt door. Twee uur lang turen we met zijn drieën ingespannen naar het scherm. De conversatie beperkt zich enkel tot de game. We proberen om beurten het level te halen. Frustratie en de roes van een overwinning wisselen elkaar in een rap tempo af. We delen de ervaringen op de bank. Overwinningen worden gevierd, teleurstellingen gezamenlijk opgevangen. Flex en ik sarren elkaar tijdens de potjes. Het is een vriendelijke rivaliteit. De buurjongen is meer van de opbouwende kritiek. Ik moet even roken. Wanneer ik naar binnen kijk, zie ik twee mannen die elkaar voor die avond niet kenden, in diep gesprek verzonken over de voordelen van de ene auto boven de andere. Flex mag rustig als mild autistisch worden omschreven, maar de buurjongen voelt zich prima op zijn gemak. Wonderbaarlijk hoe een elektronisch medium deze twee individuen kan doen verenigen.
Gamen, het is de grote equalizer. Korte periodes van inspanning afgewisseld met schertsende opmerkingen naar wie de controller vast heeft. Op een of andere manier werkt dit altijd. De nadruk op al die Facebook-klikerdeklik-games mag dan wel liggen op ‘social gaming’ maar er is niets zo sociaal als met een controller en drie man een game uitspelen. Op dat moment zijn we drie gelijken. Het leeftijdsverschil is verdwenen, de sociale rangorde en dus ook de pikorde verandert per potje. In deze staat voelen drie mannen zich compleet op hun gemak. De uitingen van vreugde en frustratie zijn niet langer geremd door sociale conventies.
Wil je rust in huis met drie mannen van verschillende referentiekaders en leeftijden? Koop een console met maar één controller. Mannen kunnen prima samen spelen.