We zitten er middenin; de vakantieperiode. Alle schoolgaande jeugd heeft vakantie en straks begint de bouwvak. Kunnen we heerlijk massaal achter elkaar file rijden naar de Algarve. Maar voordat we eindelijk de straat uit rijden hebben we nog te handelen met een fenomeen: vakantiestress.
Dat begint ongeveer op het moment dat de kinderen vrij krijgen. Ze zijn al uitgeput vanwege alle schoolstress, maar de laatste weken zijn ze voornamelijk moe gemaakt door alle schooluitjes, alle speeldagen, alle studiemiddagen, proefwerkweken en ga maar door.
Met geluk heeft een ouder op hetzelfde moment vakantie als de kinderen. Zo niet, dan moet er nog snel opvang geregeld worden. Hetzij in de vrienden- en familiekring, hetzij op een BSO. Maar omdat je niet de enige bent die daar te laat aan denkt is het de vraag of er voor jouw nageslacht nog plaats is. En jouw moeder heeft ook vakantie en wil even geen kleinkinderen, en alle andere schoolmoeders zijn bezig met de auto in te pakken.
Stress.
Dan komt het moment dat de vakantie zelf nadert. 2 Of 3 weken gaan jullie in een huisje zitten. Ergens in Zuid Frankrijk. Je man bedenkt zich dat hij rond 2 uur ‘s ochtends wil vertrekken. Dan is het nog niet druk op de wegen en kan hij de hele rit in één dag maken. Anders moeten jullie een hotelletje boeken en dat kost een Godsvermogen, in het hoogseizoen. Maar dan moet de auto dus een dag van tevoren ingepakt zijn. En wat als het warm is? Heb je dan genoeg water? En eten? En snoep? Maar niet teveel snoep; de combinatie van een overvloed aan suiker, hypere kinderen en een bloedchagrijnige echtgenoot achter een autostuur vind jij geen goed vooruitzicht.
Stress.
De dagen voor vertrek draait je wasmachine dubbele dienst. Je strijkt je een slag in de rondte en je poetst het huis klinisch schoon. Niets is zo fijn als thuis komen in een fris huis.
De dag voordat jullie de nachtelijke rit gaan beginnen sta je extra vroeg op. Je moet immers een boodschappenlijst maken, de koffers moeten gepakt, broodjes gesmeerd, drinkflessen gevuld, je moet zorgen dat de accu’s van de tablets opgeladen zijn, niet vergeten welke knuffels de kinderen mee moeten nemen, welke medicijnen heb je nodig, kan je daar pinnen of zal je alvast hier wat extra cash pinnen, is de TomTom ge-update en zo ja, waar is de dichtstbijzijnde supermarkt? En hebben ze daar instantkoffie?
Stress!
Daarna pak je de auto in. Uiteraard past niet alles. Koffers checken. Wat kan thuis blijven? Wat moet per sé mee? Hoe kan je de auto nog beter volproppen? Uiteindelijk past alles, maar merk je dat datgene wat je als eerste nodig hebt, helemaal onderin de auto ligt; de paspoorten. Opnieuw beginnen.
Ondertussen slaapt je man. Hij moet fris zijn, voor de reis. De kinderen lopen de godganse dag naar vrienden te appen. Daar kan je geen reet van verwachten.
STRESS!!
Eindelijk zit je in de auto. Heel vroeg. De kinderen slapen, je man rijdt met 180 kilometer per uur langs de flitskast bij Maastricht en jij leest de Viva.
18 Uur later kom je aan. Je laadt de auto uit, je deelt de slaapkamers in, je pakt de koffers uit, je vult de kledingkasten, je zet de tandpasta alvast in de badkamer, je draait je eerste was, je vult de koelkast, je haalt even een doekje over het tuinmeubilair en voor de zekerheid ga je met een borstel door het toilet.
Je man zit in de tuin, met een biertje. Hij heeft immers vakantie.