De zon lauwt de maan.
Achter de façade schuilt onmacht.
Onmacht is echter geen onwil.
Maar de demon wil zich niet laten verslaan.
Als je goed door de gaten van het masker kijkt, zie je de open wonden van de ziel. De catacomben van de ware geest verraden onverwerkt leed, maar zijn volledig afgesloten voor de buitenwereld. De sleutel ligt bij de beheerder en Maalik doet zijn werk naar behoren.
Sporadisch wordt een muur afgebrokkeld. Hulp wordt aanvaard. Tranen vloeien rijkelijk. De schaamte is groot. Leedvermaak is de reddende engel. Samen staan we sterk.
Maar alleen jij kan je demonen verslaan. Wij kunnen je enkel artillerie bieden.
Keer op keer komt het moment dat de aandacht verslapt. Bij beide partijen. Het moment waar Maalik op wacht. De sleutel draait het slot dicht, kettingen verstevigen het fort en alle hulpvaardige schouders worden afgestompt.
Onmacht. Het is echter geen onwil.
Jij bent niet de enige die de onmacht voelt. Naast je staan mensen die onnoemelijk veel van je houden.
Wij staan aan de rand van de beerput. We gooien keer op keer de ladder uit.
Maar de grond is zwartgallig en zompig. De ladder houdt geen stand. En jij weigert te klimmen. Terwijl uit de grootste beerput de mooiste rozen bloeien. Voor ons is die gedachte de motivatie om ladders uit te blijven gooien. Klim! Val, sta op en klim.
Maar doe iets. We schreeuwen het je toe.
Je weet het. Maar het voelt niet zo.
We kunnen vloeken, huilen, tieren, lachen. We kunnen je de rug toekeren. We kunnen je dwingen. We kunnen naast je staan. We kunnen je slaan. We kunnen alles. Maar we kunnen je niet verlaten. Dat is echte onmacht.
Want we kunnen je ziel niet aanpassen. Dat zal je zelf moeten doen.
We zijn allemaal slachtoffer. Onmacht is geen onwil zolang je de moed niet opgeeft.
Je bent bezig met je laatste stuiptrekkingen.
Je kunt kiezen voor je verantwoordelijkheid.
Of niet.
Dat is een keuze die wij niet voor je mogen maken.
Wat je ook kiest: ga ervoor.
Mooi Gabriël. Mooi…
Thanks!