
Knoflook tel je niet in ‘teentjes’, maar in bollen.
In de gemiddelde keukenla zijn ze snel te vinden: stukjes vrouwengereedschap. Apparaten die het keukenleven makkelijker zouden moeten maken, maar vooral voor veel onbegrip zorgen en de onhandigheid sneaky je leven in laten sluipen. Waarom, vragen wij ons af?
Een van deze ondingen is de knoflookpers, of voor onze gewaardeerde Vlaamse lezeressen, de manuele lokenknijper. Een knoflookpers is een hels ding, bedacht door idioten. Het lijkt iets weg te hebben van een middeleeuws martelapparaat en het zal ons niet verbazen als zich daar daadwerkelijk de oorsprong van het ding bevindt.
De knoflookpers maakt in een kneep een korrelige drab van een teen knoflook. Echt flex is het niet: je staat te hannesen met het stempelgedeelte dat de teen (slechts één per knijpje, dus tamelijk tijdrovend) door gaatjes duwt die te klein zijn om knoflook doorheen te duwen. De gaatjes raken verstopt waardoor je de helft van je knoflookteen kwijt bent, alsmede je kostbare tijd. Stuntelen is een keuze, en dat is niet de onze.
Daarmee ben je er nog niet. Na gebruik dien je de knoflookpers uiteraard naar goed fatsoen schoon te maken. Het handvat met het knijpgedeelte is eigenlijk niet eens vies, en dat vingerhoedje waar je maar met veel onnodige moeite en gevloek die irritante velletjes uit krijgt is onhandig om te kuisen. De meuk die in de gaatjes achterblijft noemden we net al. Al die troep in je afwaswater is tenslotte geen pretje.
Kortom, een vreselijk apparaat en daarmee haaks staand op de praktische levenswijze van de man. Mannen snijden knoflook snel en efficiënt door de tenen onder een flink koksmes te pletten waardoor je het velletje kunt verwijderen, en het vervolgens met de aloude hefboomtechniek tot gewenste kruimels te hakselen. Easy!
Of je laat ze heel en als ze tot pap gekookt zijn in je stoofpotje of pastasaus plet je ze alsnog. Wat nou snijden.
Ah, ik dacht dat dit over iets heel anders ging, namelijk over het voorkomen van vreemdgaan van je hubby.