Vrouwen zijn voor mij wonderen der natuur. Ik snap er zo vaak niets van dat het me duizelt. Het is me een paar keer overkomen dat een vrouw in mijn bijzijn zich opmaakte. Dat is iets magisch, alsof een goochelaar zijn trucs laat zien. Een vrouw die zich opmaakt, is op zich al fascinerend maar ik verbaas me erover wáár ze dat allemaal kunnen.
Er zijn vrouwen, ik zal geen namen noemen, die na de eerste date een wekker zetten zodat ze eerder wakker zijn om hun make-up te fatsoeneren. Dat is bij mij verspilde moeite. Ik heb tunnelvisie tot mijn derde bak koffie. Ik registreer wel dat er iemand in mijn bed ligt maar het besef dringt later pas tot me door. Maar het kan altijd erger.
Zo zag ik tijdens de wintersport een vrouw zich opmaken in de ski-lift. Terwijl we schokkend en mild-bevroren naar 3100 meter stegen, deed de vrouw voor haar mascara en oogschaduw op, de lippen werden gestift. Ik kreeg mijn peuk niet eens aan met mijn zippo, zo hard waaide het.
Voor de forensen onder ons is het misschien wel herkenbaar: als je de trein van half acht richting Utrecht neemt, kun je niet eens relaxed staan, laat staan zitten. En ook daar pakte een meisje haar make-up setje en zorgde er voor, terwijl de trein van wissel naar wissel sprong, dat haar wimpers maximaal volume kregen. Bizar.
Het toppunt van opmaken on the road was misschien wel een Renault Clio die me inhaalde. Achter het stuur leunde een dame op haar ellebogen op de stuurkolom en wisselde haar aandacht tussen binnenspiegel en vooruit terwijl ze met tachtig kilometer per uur voorbij vloog op een 50 kilometer weg. Ze deed iets met een zwart kwastje op haar gezicht. Vraag me niet wat. Maar als ze verongelukte dan zag ze er in ieder geval goed uit.