De twinkeling is verdwenen. De energie uitgeblust. Als een krakkemikkig oud manneke dat na de obligatoire dagelijkse wandeling in het park zijn stok en zijn orthopedische instappers in de hoek flikkert om dodelijk vermoeid in zijn luie stoel neer te storten. Toch weer een kleine orbit rond de fontein volbracht maar nu volledig bereid de laatste adem uit te blazen. Hoe lang moet dit nog doorgaan? Want eigenlijk gaat het al lang niet meer…
Ongeveer dezelfde situatiebeschrijving is te vinden in de conclusie van het GAMA-project, een onderzoeksproject van vooraanstaande astronomen waarin de gezondheidstoestand van het heelal geanalyseerd wordt. Ja, het héle heelal! Alles, tot en met het uiterste randje. De boel raakt uitgeblust: “De gestage aftakeling is een feit. […] Het heelal is onder een dekentje op de bank gaan liggen en slaapt langzaam maar zeker in.”
Het universum is net een mens! Als baby de wereld in ge(oer)knald (13,8 miljard jaar geleden), als puber en twintiger vol energie en daadkracht (stars galore!), als jonge volwassene heftig reproducerend (11 miljard jaar geleden: de grootste sterrenbevolkingsexplosie aller tijden), op volle kracht door zwoegend richting midlifecrisis (2 miljard jaar geleden: de universele energieproductie op z’n sterkst). Dan volgt de fase waarin het allemaal wel een keer wat minder mag. Bankhangen en Koffietijd koekeloeren tot het einde der tijden. De fut sijpelt er langzaam maar zeker uit (en dat is dus het ‘nu’).
Tot het moment dat enkel het opstaan om op het toilet één van de laatste vastzittende drollen uit te persen of een miezerig en pijnlijk straaltje stinkende urine los te laten, een ware beproeving wordt. Dat moment zal over krap 5 miljard jaar zijn: dan dooft onze zon uit en is ons iele zonnestelseltje eindelijk ten hemel (welke hemel?) gevaren, waarna vele andere stelselgenoten ons in rap tempo zullen volgen. Napruttelen tot de tank leeg is. Over circa honderd biljoen (100.000.000.000.000) jaar zijn alle sterren opgebrand. Iedere vorm van universele ouderenzorg ten spijt.
En dan? Dan is er niks meer. Duisternis. Wat is dat nou helemaal, dat ‘niks’? Waar is alles in hemelsnaam heengegaan? Is er dan een nieuw universum? Een heelal dat nu al geboren is, ergens naast het onze?
Stelt u zich eens niks voor. En, lukt het? Nee, hè? Alles is niets. En daar helpt geen enkele van al die wereldse goden iets aan. Die hebben in den beginne al nooit een sikkepit te maken gehad met het feit dat uit niets iets werd. Alles wat nu is, was ooit niets en wordt uiteindelijk wéér niets. Deprimerend.
Maar míjn universum straalt weer op volle sterkte, want ik heb een nieuwe telefoon.
Alles is relatief. Niets ook.