Mijn zoon wilde Triops kweken. Voor de niet-hippe mensen onder ons: Triops zijn een soort prehistorische visjes.
De kweekset was al binnen, net als het gedistilleerd water. De gloeilamp haalde mijn vrouw van mijn nachtkastje.
Na twee dagen kweken kwam mijn zoon tot de conclusie dat de lamp van papa veel te weinig warmte produceerde. Het water moest de perfecte temperatuur van 25 graden krijgen, en mijn nachtlamp haalde dat bij lange na niet.
Wat mijn vrouw motiveerde om haar nachtlamp boven het plastic aquarium te plaatsen.
Mijn slecht functionerende lamp zette ze op haar nachtkastje. Ze houdt er namelijk van om ritmisch met mijn gesnurk mee te lezen.
Maar diezelfde avond ging tijdens het lezen de lamp stuk.
Oh, hel.
Wat chagrijnig haalde mijn vrouw beneden een nieuwe lamp. Chagrijnig, omdat ze dit mannenwerk vindt en ik in mijn dromen al tenminste een uur een trio had met hele blonde biseksuele Zweedse twintigers van het vrouwelijk geslacht.
Helaas, mijn vrouw concludeerde tijdens het draaien dat de fitting van de nieuwe lamp niet in mijn nachtlamp paste. Te dun.
Potverdomme.
De volgende middag kocht mijn vrouw na haar werk meteen een nieuwe lamp. Vol trots wilde ze de lamp in de nachtlamp draaien maar – oh ironie- nu bleek de fitting te dik.
Gelukkig waren de eitjes van de Triops inmiddels uitgekomen. Dat verlichtte de emotionele pijn van mijn vrouw, ontstaan door haar fittie met mijn lamp. De glimlach van een kind doet een moederhart smelten. Zo is het ook.
De avond erop ben ik naar een bouwmarkt gestuurd. Samen met de kapotte lamp die wél in mijn, door mijn vrouw geconfisqueerde nachtlamp past. Ik kocht een spaarlamp met de juiste fitting. Expres een spaarlamp, want ik ben voor het milieu. Daarbij kon ik de gloeilampen niet vinden. Omdat ze niet meer verkocht worden, kwam ik met wat navraag achter.
Thuis aangekomen draaide ik, zo achteloos mogelijk, de door mij aangeschafte spaarlamp in het daarvoor bestemde gat. Mijn vrouw keek hoopvol toe.
Mijn vrouw en ik moesten concluderen dat niet de lamp, maar de nachtlamp zelf stuk was. Een draadje doorgebrand wellicht.
Daar stonden wij. In een donkere slaapkamer met drie gloeilampen en een spaarlamp. En een kapotte nachtlamp. Alsof we in een scene van een hele onbegrijpelijke dramaserie van de VPRO beland waren.
De overbodig extra gemaakte kosten ten spijt moesten wij een beetje giechelen.
Zo zijn wij. Hip.
Wat ik je brom.
In het weekend heb ik mijn zoon beloofd om op zijn Triops te passen en samen met zijn moeder ging hij de stad in. De missie? Twee nieuwe nachtlampen kopen. Zodat de goede nachtlamp boven het aquarium kon blijven branden.
In de stad kochten mijn vrouw en mijn zoon ten eerste een lekkerbekje. Want als je dan toch de stad in gaat kan je net zo goed meteen een lekkerbekje eten. Je bent er toch. Vandaar.
Ik geef ze hartstikke gelijk.
Daarna hebben ze nachtlampen aangeschaft.
Die avond ging ik slapen. Op beide nachtkastjes stond een spiksplinternieuwe lamp te prijken. Verwachtingsvol zocht ik naar de “aan” knop.
Die was er niet.
Lichte irritatie meldde zich.
In mijn nek.
Hardop lachend vertelde mijn vrouw dat de lamp aan en uit gaat middels lichte aanraking.
Ik raakte de lamp aan, ik draaide de lamp. Ik heb de lamp ondersteboven gehouden. Ook heb ik de lamp geschud.
Maar geen verlichting in mijn slaapkamer.
Potverdrie.
Toen kwam mijn zoon de slaapkamer binnen. Huilend. De Triops waren dood.
Ik ging kijken.
Het was waar. Hartstikke dood. Oorzaak, na het lezen van de gebruiksaanwijzing; teveel eten gegeven.
Ik ben een slechte oppasser.
Toch was ik blij. Nu kon ik de oude nachtlamp van mijn vrouw op mijn kast zetten.
Zo gezegd, zo gedaan.
De lamp heb ik naast mijn kant van het bed gezet en ik drukte op “aan”. Hij antwoordde met een vrolijk licht.
Terwijl mijn vrouw mijn oudste zoon troostte las ik een tijdschrift. Glimlachend.
Uiteindelijk kwam mijn vrouw naast mij liggen. Met een sierlijke beweging toucheerde ze haar nieuwe nachtlamp die meteen een warme gloed verspreidde.
Ik keek er naar. Gelukzalig.
“We zijn hip,” dacht ik, terwijl twee hele blonde biseksuele dames met een Zweeds accent mijn naam fluisterden.
Fittingen gaan ook nogal eens kapot. De metalen delen raken dan verbogen waardoor ze niet genoeg contact maken met de contactpunten van de lamp.
Veel spaar- en ledlampen kunnen niet ver genoeg in de fitting gedraaid worden en belanden daardoor te snel in de vuilnisbak.
Die touch-schakelaars zijn inderdaad ontzettend onhandig. Ik heb ze er onmiddellijk uitgesloopt, een knippertje ertussen gezet en toen konden mijn spaarlampen er ook in.