Half zeven. De wekker gaat. Binnen twee minuten heeft de jonge moeder zichzelf aangekleed. Nu is het zaak dat de kinderen op tijd klaar zijn. Ze heeft immers maar een klein uur de tijd.
De kinderen stuiteren door beide slaapkamers. De oudste heeft zichzelf in een Minion-pak gehuld terwijl de jongste zichzelf alvast opmaakt met vingerverf.
De jonge moeder spoort haar kroost aan om zo snel als het kan normale kleren aan te trekken. Over vijftig minuten al moet ze de Draken afleveren bij de buitenschoolse opvang, wil ze zelf op tijd op haar werk aankomen.
Een van de kinderen gilt dat hij moet poepen. De wc is eng, dus mama moet mee. Maar mama is nog bezig om de vingerverf van het gezicht van kind twee te schrapen.
Zo kalm als ze kan zegt ze dat het kind met hoge nood stoer moet zijn en alleen naar het toilet moet. “En nee, er komt geen inktvis uit de wc gekropen zodra je erop zit,” gilt moeder door het trapgat terwijl ze zichzelf eraan herinnert om voorlopig niet De Kleine Zeemeermin te laten zien.
Terwijl mama alle lichten op de kamers uit doet en alvast de wasmachine aanzet roept ze dat de kinderen meteen de schoenen moeten aandoen. Beneden probeert ze nog snel haar ogen te accentueren met mascara, maar poepend kind huilt dat hij zijn billen niet durft af te vegen en dat er iets mis is gegaan.
In zichzelf vloekend en met oorlogsstrepen rond haar ogen rent mama naar boven om een nieuwe onderbroek te pakken. Het jongste kind spoort ze ondertussen aan om eindelijk haar schoenen aan te doen en te stoppen met dansen. Nog maar een dertig minuten en dan moet ze echt bij de buitenschoolse opvang zijn.
Als ze haar vingers bevuilt omdat het wcpapier scheurt vraagt ze maar meteen wat de kinderen op de boterhammen willen. Uiteraard twijfelen ze beiden tussen hagelsag, boterhammenworst, smeerkaas en honing. Geïrriteerd roept ze dat mama kiest, wat twee huilende kinderen teweeg brengt. Oh shit; vergeten handen te wassen. Dat is geen pindakaas op de bammetjes. Nieuwe boterhammen smeren dus.
Snel harkt mama zelf een boterham naar binnen terwijl ze meteen de katten eten geeft.
Het jongste kind gooit haar melk om. Precies over haar nieuwe jurk. De katten likken dankbaar uit de witte plas en mama rent zo snel als ze kan naar boven om een andere jurk te gaan halen. Het jongste kind moet haar vieze kleren uit doen. Maar inmiddels heeft het oudste kind de tv weten aan te zetten, want uitermate interessant blijkt.
Terug in de woonkamer stapt mama middenin het verse lijk van een meegebrachte muis. Dank jullie wel, lieve katten.
Snel nieuwe laarzen aan. De darmen port ze vanavond wel tussen de zolen uit. En kind twee; trek je kleren uit en doe je nieuwe jurk aan. En vergeet jullie schoenen niet. Moet er nog geplast worden? We moeten gaan! Doe de tv uit! NU!
Terwijl de kinderen ruzie maken wie als eerste de tanden moet poetsen komt mama erachter dat ze over vijf minuten al weg moet zijn bij de kinderopvang, wil ze niet te laat op haar werk aankomen.
Ze gooit de rugzakken in de auto en ze vergeet bijna de kinderen. Met zestig kilometer per uur scheurt ze door de woonwijk. Op de parkeerplaats kust ze snel de kinderen een fijne dag en tourt ze zo snel de ochtendspits het toelaat naar haar werk. Middenin de file komt ze erachter dat ze door de drukte vergeten is om te plassen. Dat wordt een lange rit.
‘s Avonds wil haar man met haar praten. Hij wil het hebben over het ochtendritueel, want dat moet anders kunnen volgens hem.
Het valt hem namelijk op dat de laatste tijd het oudste kind op de wc zit, precies op het moment als hij moet poepen. Dat verstoort zijn ritueel van opstaan, koffie drinken, poepen en tanden poetsen. Zoals het nu gaat wordt het wel heel lastig voor hem om nog op tijd in de auto te zitten.
Of ze niet iets eerder kan opstaan.
Een klap met de koekenpan op zijn botte kop en een LEUKE vent zoeken.