Abdullah en Sharif wonen als huisgenoten samen in Almelo. Sinds twee maanden bieden zij onderdak aan de Nederlandse Gerda Woldering. Gerda is gevlucht voor de boze mannenwereld waarin wij leven. Een mannenwereld waarin vrouwen blijvend worden onderdrukt en het feminisme geen troost meer biedt. HoeMannenDenken ging bij het drietal op bezoek.
Als ik aanbel, klinkt er een melodie vanachter de voordeur. Abdullah doet open. Ik wijs naar het foutieve huisnummer op de beschilderde dakpan naast de voordeur.
Abdullah: “Wij wonen op 13 maar Gerda had nog een beschilderde dakpan van haar oude woning en wilde die graag ophangen.”
Binnen biedt Abdullah mij een kopje kamille thee aan uit een theepot van Blond Amsterdam.
Abdullah: “Toen Gerda vertelde hoe vreselijk ze het had als vrouw, hebben mijn huisgenoot en ik haar onderdak aangeboden. Gerda werd vreselijk onderdrukt. Mannen hebben altijd de leiding, ze moest drie keer in de week koken en ze verdiende minder dan mannen van haar leeftijd. De hel op aarde. Oké, wij zijn ook mannen, maar we menen het goed en hebben het vertrouwen van Gerda gewonnen.”
Abdullah schuift een stenen miniatuur van een theepot mijn kant op:
“Die is voor het theezakje. Toen Gerda hier de eerste keer kwam, hebben we haar in de deuropening verwelkomd met een lied. We wilden Gerda met respect behandelen en hebben alle dingen veranderd waar ze aanstoot aan zou kunnen nemen. We hebben ons aangepast. Zo hebben wij nu een mandje voor de afstandsbediening. Gerda werd helemaal kriebelig van dat rondslingerende ding. Sharif is gestopt met kickboksen omdat Gerda dat te gewelddadig vindt. Ik heb berenvelgen voor mijn Mercedes gekocht. Ook hebben wij nu een schoonmaakrooster en hebben wij een schaaltje met potpourri op het toilet.”
De telefoon van Abdullah gaat. De openingstune van Dokter Tinus klinkt uit zijn broekzak.
“Hallo? Ja, met Abdullah. Hey, Gerda! Thuis. Nee. Nee, ik zal het niet vergeten. Ja, ik doe het meteen wel even. Tot straks!”
Abdullah vraagt of ik even mee naar boven wil komen, hij moet de was nog uit de droger halen.
“We hebben de Playstation de deur uitgedaan. En wij kijken geen voetbal meer op tv, maar RTL8 heeft ook wel wat leuke programma’s. Vroeger scheten wij met de deur open. Nu moeten wij aan de bril denken en stofzuig ik drie keer per week het roze kleedje voor de toiletpot. Ik deed het uit een goed hart, al ben ik die bemoeienis langzaamaan spuugzat.”
Ik laat mijn blik afdwalen naar een stickervel met opdruk: In dit huis geven we knuffels.
“Die heeft Gerda gekocht. Vindt ze leuk voor op de trap. Ik ben er helemaal klaar mee! Maar wat kunnen we doen? We kunnen Gerda niet zo op straat zetten en als we onze inschattingsfout toegeven, hebben we ook zoveel gezichtsverlies voor de buurt.”
We eten nog een Sprits en Abdullah gaat met de kruimeldief de bank over. Meer tijd heeft hij niet. Gerda en Sharif kunnen ieder moment terug zijn van de Xenos. Abdullah zou de Flow magazines nog opruimen van het bureau zodat de ruimte vrij is voor de herfsttafel.
“Woensdag aanstaande kunnen we een avond niet ons eigen huis in omdat Gerda even het rijk alleen wil hebben voor haar Tupperware-party. Misschien dat één van jullie lezeressen ons voor die tijd nog onderdak kan bieden?”
Stommerd. Iedereen slaapt nog, ik mag niet hardop lachen.