Het failliet van Circus Renz herinnert mij aan een familiedrama. Ik kom namelijk zelf uit een circusfamilie. Het werd gerund door mijn oom Richard Bionaldio. Een schitterende naam en daarom noemde hij het ook Circus Richard.
De beste act van Circus Richard was Piepie de Kloon. Zijn act bestond eruit dat hij midden in de piste stond en tegelijkertijd zelf nog een keer de tent binnenliep.
En dan was er zijn collega, acrobaat Aad, artiestennaam: Acrob-Aad. Acrob-Aad hing in de trapeze en kon vanaf twintig meter hoogte door een brandende hoepel heen schijten. De acrobaat dacht graag out of the box. Bij het messenwerpen vroeg hij dikwijls om een vrijwilliger die vervolgens de messen op hem mocht werpen terwijl Acrob-Aad zelf geblinddoekt tegen de muur stond. Dit optreden ging een keer zo ernstig mis dat hij er meteen een nieuwe act aan overhield: jongleren met zijn kunstbeen. Het was een droevig gezicht om iemand te zien jongleren met zijn eigen kunstbeen. Maar, zo concludeerde mijn oom Richard, het zou nog droeviger zijn geweest om iemand te zien jongleren met twee eigen kunstbenen.
Mijn oom was leeuwentemmer. Al vond hij dat al snel te gevaarlijk, zodoende is hij na drie weken overgestapt op haring. Mijn oom Richard Bionaldio hield een kapot geknipt rolstoelwiel van Acrob-Aad vast en mijn tante gooide daar achterelkaar haringen doorheen.
De prijs voor een kaartje varieerde per seizoen. De geraamde kosten werden telkens opnieuw doorberekend met het verwachte aantal bezoekers. Zo was de prijs voor één kaartje uiteindelijk opgeschroefd tot 780 euro. Er werd één kaartje voor deze prijs verkocht aan een loterijwinnaar. Helaas verongelukte de man voor aanvang van de voorstelling waardoor hij visueel gehandicapt raakte. Mijn oom en tante hebben toen haring door een rolstoelwiel staan smijten voor een blinde man in een verder totaal lege circustent. Een zwerfkat rende de tent binnen en begon met hysterisch gemiauw de haringen uit de lucht te happen. De uitzinnige kat ging zo te keer dat het zelfs de blindengeleide hond van de toeschouwer te veel werd. De viervoeter stormde met luid geblaf op de piste af en trok daarbij zijn baasje vier rijen naar beneden over de tribune heen. De man kwam tot stilstand met zijn kin in het zaagsel. Mijn oom vond het een top act! Hij bood de man direct een contract aan. Deze zag er echter vanaf omdat hij commercieel gezien niet interessant genoeg vond.
Achteraf kreeg de man gelijk. Niet veel later ging ook Circus Richard failliet. ‘Ach…’ mijmert mijn oom nu nog weleens, ‘de mensen zijn tegenwoordig ook zo verwend met tv en internet.’