Broeders en zusters, binnenkort draait er in de Nederlandse cinema een nieuwe film van geheime agent 007. De jongelui gaat er gaarne naartoe. Maar deze film is wis en waarachtig een vertoning van het kwade. Onder luid applaus en onder het mom van vermaak, wordt de arme zielen een duivelsbericht voorgeschoteld waardoor vrede, vertrouwen en vreugde plaats lijken te moeten maken voor angst, onrust en twijfel.
Deze meneer Bond maakt het maar al te bont! Een verzorgd uiterlijk en strak in het pak. Zo’n gentleman kan weinig kwaad denkt u? Maar als wij in gebed gaan en schuilen bij Hem, begrijpen wij dan niet, lieve broeders en zusters, dat juist de duivel zich niet als het kwaad zelf zal presenteren?
James Bond vouwt nimmer zijn handen. Hij richt zich nooit tot de Here. In plaats daarvan doet hij voorkomen alsof de overdaad van dure auto’s, de nieuwste snufjes en mooie vrouwen zaligmakend is. De identiteit van het personage Bond dient in de verhalen geheim te blijven. Niemand mag weten dat hij bestaat. Is het de duivel zelf niet die er met manipulatie en afleiding een identieke agenda op nahoudt?
Laten wij onze handen vouwen en samen bidden voor de jongeren die moeilijk weerstand kunnen bieden tegen dergelijke begeerten. En die in het donker van de bioscoopzaal worden gebrainwasht. O, Vader, behoed hen voor een misstap richting de verwerpelijke zaken. Mogen zij tot inzichten komen. Mogen zij zich allen beschermd weten tegen het idee dat een geheim personage, dat materialisme en andere vreemde zaken najaagt, het goede vertegenwoordigt. En laat hen, in plaats daarvan, de bijbel ter hand nemen, of hen vrome liederen zingen over deugd en godsvrucht.
Laat dus wat aards in u is afsterven: ontucht, zedeloosheid, hartstocht, lage begeerten en ook hebzucht – hebzucht is afgoderij.
Kolossenzen 3:5