Laten we er geen doekjes om winden, het bezit van een penis is een doorslaggevend bewijs van mannelijkheid. Het enige bewijs dat telt. Het formaat zou niet uit moeten maken, maar een bescheiden exemplaar blijkt in de praktijk toch minder gewicht in de schaal te leggen dan een uit de kluiten gewassen roede. Maar liefst de helft van de mannen blijkt volgens onderzoek gebukt te gaan onder twijfels. Of ze wel groot genoeg geschapen zijn. Met andere woorden: ze twijfelen aan hun mannelijkheid. Twijfel wekt bewijsdrang op. De gevolgen zijn niet te overzien.
Aan het formaat van het mannelijk lid is weinig te doen dus het ligt voor de hand om compensatie op andere terreinen te zoeken. De nood blijkt zo groot te zijn dat alles welkom is, tot ongelukkige spelingen der natuur aan toe. Lichaamshaar (waar gezien de structuur ook het gewas op wangen, kin en bovenlip toe gerekend kan worden) is vermoedelijk niets meer dan een tijdelijke hapering in de evolutie, maar wordt klakkeloos als mannelijk aangemerkt. Om maar verschil met vrouwen te maken. Terwijl zat vrouwen alle zeilen moeten bijzetten om hun akkers onkruidvrij te houden.
Compensatie wordt ook gezocht in andere lichaamsdelen. Sommige mannen gaan aan de slag in de sportschool, anderen zoeken hun heil in de snackbar. Beide keuzes zetten zoden aan de dijk, alhoewel de zoden niet dezelfde zijn. Het resultaat wel: te veel, en niet per se van het goede. Maar vooral sportschooltypes zijn er vaak zo tevreden over dat ze hun lichaamsvegetatie opofferen om het te laten zien. Een eigenaardig neveneffect is wel dat een bescheiden geslachtsdeel nog meer in het niet valt naarmate de rest van het lichaam groter groeit.
Nog zo’n paardenmiddel: kleding! Wat voor mannenmode door moet gaan is per definitie vorm- en kleurloos. In een woord seksloos. Kennelijk is de gedachte: wat niet vrouwelijk is, is automatisch mannelijk. Het topstuk uit de miezerige mannengarderobe neemt echter een bijzondere positie in. Het pak. Even kleurloos als de rest, maar vorm zit er wel aan. Geen mooie, wel een dwingende. Het is een keurslijf en dat is niet per ongeluk: Als je er even bij stilstaat, transformeert zo’n stijf pak een man tot een levensgrote stijve pik. De laatste paardenmiddelen (but not least): voetbal, bier, Bruce Springsteen.
De conclusie: de bovengemiddeld geschapen man is een benijdenswaardig mens. Niet dat je direct aan hem ziet wat hij in huis heeft, maar hij leeft in de geruststellende zekerheid dat hij over keihard doorslaggevend bewijs van zijn mannelijkheid beschikt. Dat kan hij presenteren zodra er ook maar de geringste twijfel zou ontstaan. Aan zijn mannelijkheid dus. Zover zal het zelden hoeven komen, erop zinspelen zal meestal genoeg zijn. Dat is luxe. Een man in die positie kan zich de vrijheid permitteren twijfel aan zichzelf te zaaien. Als hij al die paardenmiddelen links laat liggen. Die vrijheid is te danken aan een paar centimeter meer, precies daar waar ze ertoe doen.