Ik meldde al dat ik in het echte leven helegaar niet zo snedig ben als op de digitale wereld; mijn net niet ex is daar de schuldige van. Of een andere net niet ex.
Ik heb heel veel net niet ex-vriendinnen. Ik schrijf een aantal ervaringen op, want dat helpt wellicht de huidige puist met testosteron beseffen dat hij later misschien wel kan eindigen zoals ik; als anonieme episteltikker.
Laat het een les zijn.
Na mijn theatermeisje-debacle ging ik naar de middelbare school. Ik begon op het Stedelijk Gymnasium van Breda en stapte een jaar later over naar de Nassau scholengemeenschap. Op de HAVO. Want ik droomde teveel om met mijn neus in de studieboeken te duiken.
Ik kreeg mijn eerste vriendinnetje. Ik had mijn eerste tongzoen te pakken. Na die zoen vertelde dat meisje mij dat ik niet zo heftig met mijn hoofd moest draaien. Wat ik altijd op de film zag qua centrifuge-bewegingen blijkt niet prettig in de realiteit.
Stom Hollywood, met haar onrealistisch beeldmateriaal.
Hoe stoer ik mij met mijn meisje ook voelde, ik heb haar gedumpt. Want er zwommen heel veel vissen in de zee. Vissen met rondingen die interessanter waren dan die van mijn erwt waar ik mee zoende.
Zo ook een timide dame, achterin de klas.
Ik werd overdonderd door haar aparte schoonheid. Ze had dikke zwarte krullen, amandelvormige, gitzwarte ogen en haar spijkerbroek verraadde dat ze behoorlijk slank was. Maar ze was ook wereldvreemd, extreem verlegen en bijzonder moeilijk om contact mee te krijgen. En toen herinnerde ik het mij weer; ik moet meisjes met respect behandelen. Dat had ik immers geconcludeerd na mijn eerste net niet ex- debacle.
Per toeval kwamen we een keer naast elkaar te zitten, in de zweterige schoolkantine. Ik begon grappen te maken en zij moest even lachen; het ijs was gebroken.
Binnen een paar weken schreven wij dagelijks ellenlange brieven naar elkaar, belden wij elke avond, aten wij onze boterhammetjes naast elkaar en werden wij, kortom, onafscheidelijk.
Via school reisden wij naar Parijs, waar we onder de Eiffeltoren un pain aten. We gingen op werkweek naar Engeland en samen bezochten we Londen. Arm in arm.
Ik reed elke zondag 25 kilometer op mijn fiets naar haar ouderlijk huis en een paar uur later diezelfde afstand terug. Alles om bij haar te kunnen zijn. Minstens een jaar lang. En als zij de voordeur sloot miste ik haar. Zoveel dat het pijn deed.
Ik was verliefd. Heel, heel erg verliefd.
Het verschil met mijn vorige net niet ex? Deze dame wist dat ik verliefd op haar was.
Maar ze twijfelde. Want slechte ervaringen met mannen en jongens enzo.
Dus ik was respectvol. Heel erg respectvol. Want ik wilde haar vertrouwen behouden. Ik wilde dat zij haar aversie tegen mannen durfde te laten varen. Ik zette mijn eigen behoeftes opzij om haar niet te kwetsen. Want met het kwetsen van vrouwen kom je niet zo ver, was ik inmiddels achter. Respectvol toonde ik haar mijn liefde.
Zelfs toen zij een keer naar mij toe kwam.
Zelfs toen mijn ouders gingen fietsen en wij alleen thuis bleven.
Zelfs toen wij gespannen naar mijn kamer gingen.
Zelfs nog toen wij op mijn bed lagen.
En wij gingen knuffelen.
Zelfs toen zij tegen mij op begon te rijden.
Zelfs toen ze blozend vroeg wat dat harde ding was dat langs haar dijen wreef.
Zelfs toen heb ik haar niet gezoend. Uit respect. Uit liefde.
Een paar uur later werd ze opgehaald.
Haar afscheid was een koelbloedig handje.
Geen knuffel.
Niet eens een “houdoe.”
De maandag erop zei ze op de trap van de school in het voorbijgaan dat ze niet verliefd op mij was en dat nooit zou worden. Dat had ik ondertussen toch wel begrepen?
Sindsdien weet ik hoe een gebroken hart voelt.
Sindsdien weet ik ook dat ik in zo’n situatie gewoon voor de hoofdprijs moet gaan. Fuk respect.
Respect in je broekje, trut.
Na haar terloopse opmerking wilde ik geen contact meer.
Dat heeft haar onnoemelijk veel pijn gedaan. Ze heeft mij het jaar erop zelfs een Valentijnskaart gestuurd, in de hoop dat ik haar weer wilde toelaten in mijn leven. Want ze miste mijn aandacht en mijn liefde. Zo erg dat ze dacht verliefd op mij te zijn.
Ik geloofde er niets van. Ik twijfelde nog even. Misschien moest ik net doen alsof ik twijfelde en haar een paar maanden net zo hard dumpen als ze dat bij mij gedaan had. Maar dat zou respectloos geweest zijn.
Ik heb haar meteen duidelijkheid gegeven; nee. Ik ben klaar met je.
Een maand later kwam ze naar school met een ultrakort kapsel. Haar spijkerbroek verruild voor een minirokje.
Ze werd gebracht door een dertiger in een hele dure cabrio. Dit meisje van hooguit vijftien.
En niet zo heel lang daarna werd ze van school gestuurd. De reden is nooit bekend gemaakt.
Ik ben bang dat ze weer een hele respectloze man in haar leven toegelaten heeft.