Er heerst momenteel een drukte van belang bij de talloze opvangcentra in ons land. Waar men een halve eeuw geleden dacht dat door een stijgend welvaartsniveau de opvanghuizen een afgesloten negentiende-eeuws fenomeen zou worden, worden de centra thans overspoeld door tientallen, soms wel honderden mensen. De lokale hulpzoekende, liefkozend de buurtzwerver genoemd, is slechts een klein deel van deze toeloop. Deze bestaat thans vooral uit behoeftigen uit diverse buitenlanden.
Er was niet voor iedereen plek: sommige mensen, vaak gehuld in lompen, moesten buiten blijven staan. Helemaal beleefd ging het er niet aan toe. Zo kreeg een duidelijk verwarde meneer, gehuld in enkele jute zakken, te horen dat hij en zijn gezelschap er niet in kwamen. ‘Maar u heeft toch al een vette rollade bij zich? Scheer je weg, zonderling!’ was de repliek die de man op zijn rekest kreeg. De man en diens vrouw, gewend om overal direct te worden binnengelaten en van alle gemakken te worden voorzien, konden zich echter niet in het Nederlands uitdrukken en dropen bedremmeld af, de koude nacht weer in.
Het is onbekend wat er van deze mensen terecht is gekomen. Zodra wij meer weten, zullen wij hierover berichten.