Ik ben bij mijn schoonouders. Mijn vrouw en de Draken zijn er, net zoals mijn schoonzus en haar gezin.
De ruimte vult zich met een kakafonie van kindergeluiden en hard gelach.
En ik probeer angstvallig een windje terug te duwen.
Het is zo’n windje waarvan je zeker weet dat er iets mee komt, op het moment dat je je kringetje ontspant. Dat Bruintje Beer zal ontwaken uit zijn winterslaap en een nogal vieze adem zal gapen.
En hoe thuis ik mij ook bij mijn schoonouders voel, vragen om een schone onderbroek van schoonvader vanwege een “ongelukje” staat niet op mijn bucketlist.
Ik pers uit alle macht mijn billen bij elkaar en hoop op het beste.
Gelukkig vragen de kinderen of ik mee naar buiten ga. Ze hebben de honden een kunstje geleerd.
Buiten pers ik met uiterste concentratie en precisie een gaswalm door mijn broekspijpen. De lucht is vergelijkbaar met die van een bak filet Americain die 7 weken over de datum is; niet te harden.
Maar ik ben even verlost van het dampende kwaad.
Opgelucht ga ik aan de eettafel zitten.
Totdat ik mijn eerste speklapje op de gourmetplaat gooi.
De aandacht van mijn anale oog is gewekt en recalcitrant als hij is probeert hij zichzelf uit alle macht te openen. Ik heb geen keuze; ik moet naar het toilet.
Zoals een goed schoonzoon betaamt excuseer ik mij en spoed naar de wc. Het kamertje waar ik al minstens 10 jaar kom, maar altijd alleen maar kleine boodschapjes deed.
Nu zit ik daar. Broek op mijn knieën, proberend om het gelach uit de woonkamer te negeren. Een drukje doen terwijl je je schoonmoeder hoort giechelen over een poepverhaal van schoonvader zorgt niet voor de broodnodige ontspanning.
Totdat Draak één op de deur klopt.
“Kom papa, je kan het. Als ik alleen naar de wc durf, dan durf jij dat ook, papa.”
Nu wordt mijn vreemd toilet avontuur een principekwestie. Een leermoment voor mijn kinderen. Poepen op een vreemd toilet is niet eng. Sterker nog, dat is heel normaal.
Met alle papakracht die ik in mij heb ontspan ik mijn welriekende spiertje en een halve kilo papa belandt op het porselein.
Missie volbracht.
Trots gooi ik een extra lap vlees op de zwarte plaat.
Ruimte zat.