‘Wij gaan even naar het toilet!’ Het is een zin die ik vrouwen vaak hoor zeggen. Wanneer er eentje moet, wordt de ander gevraagd om mee te gaan. Wat dan ook meestal gebeurt: vrouwen gaan graag samen naar het toilet. Mannen snappen niet zo goed waarom. Het schept verwarring en soms zelfs de nodige achterdocht. Waarom samen? Moet er iets besproken worden wat de anderen niet mogen horen? Is er hulp nodig bij het afvegen van de bips? Zijn er vier handen nodig voor het verwisselen van een tampon? Of is het puur voor de gezelligheid? Zo groot zijn toiletten niet dat je er gezellig samen op kunt, maar ‘praktisch’ is dan ook een term die eerder op mannen dan op vrouwdames van toepassing is. Hoe dan ook, mannen snappen er geen snars van.
Vrouwen gaan samen naar het toilet, maar het zijn mannen die samen staan te zeiken. Zo’n rijtje urinoirs is best een gezellige plek. Verbroederend, bijna. Mannen onderling, met de gulp open en plassen maar. Voor veel mannen ook een moment om tevens een kloddertje spuug omlaag te laten vallen, of om een grapje of opmerking te maken naar zijn plassende buurman. ‘Zo, koud water!’ is een veel gehoorde. Of je nu bankdirecteur of putjesschepper bent, de ontlading van een ferme plasbeurt is voor iedereen hetzelfde. Mannen zaten al naast elkaar te poepen in de tijd van de oude Romeinen. Zo konden ze en de natuur hun gang laten gaan en toch hun conversatie voort blijven zetten.
Een ander fenomeen onder mannenlijk toiletbezoek is ‘cross the beams’, of het kruisen der stralen. Dat schept helemaal een band. Het is als bloedbroeders, maar dan met plas: twee of meer mannen die naast elkaar in dezelfde pot staan te pissen en olijk hun stralen kruisen. Zeikbroeders, zou het kunnen heten. Zeikwijven zijn er ook, maar dat is weer iets heel anders.